De Franse Sector aan de Somme

  • by Pierre Grande Guerre
  • 29 Mar, 2019

DUTCH Page - Pierre's Column d.d. 14-01-2008

Het afgelopen weekend hield ik mij bezig met de afronding van mijn laatste webpagina’s over de Franse Sector van het Westelijk Front in 1916, aan weerskanten van de meanderende rivier, de Somme.
 
In de geschiedschrijving wordt meer de nadruk gelegd op de Britse verrichtingen tijdens de Slag aan de Somme van 1916. Het lijkt wel eens vergeten te worden, dat de Fransen ten zuiden van de Britten ook een stevig aandeel hebben gehad in de 5 maanden durende veldslag.
Natuurlijk is het zo dat de Britten veel meer troepen inzetten, dan de Fransen deden, die nog hun handen vol aan hadden aan hun veldslag bij Verdun, die daar al vanaf 21 februari 1916 woedde. Ook is het zo, dat de Britten tijdens de eerste dagen van de veldslag aan de Somme verre van succesvol waren, maar ook dat de Britten de meeste verliezen zouden lijden. Op de eerste dag al, op 1 juli 1916, verloren de Britten 55.000 man; de zwartste dag in de geschiedenis van het Britse leger.
De Fransen hadden slechts 3 Duitse divisies van Generaal Fritz von Below tegenover zich staan; de Britten wel 12 Duitse divisies. Het zou ook nog twee weken duren, voordat Generaal Haig en Generaal Rawlinson zich hadden aangepast aan de omstandigheden. De Britse generaals hadden, door schade en schande wijs geworden,  geleerd van hun tactische fouten en zouden voortaan wat succesvoller oostwaarts optrekken met nieuwe tactieken.
 
De Fransen gingen op 1 juli in hun frontsector ietwat traag van start. In tegenstelling tot de Britten, die al om half acht “over the top” gingen, verlieten zij pas rond half twaalf hun loopgraven aan weerskanten van de Somme. De Fransen hadden hun artilleriebombardement een stuk korter gehouden en hun trommelvuur geconcentreerd. De Fransen gebruikten geen shrapnel-granaten tegen prikkeldraadversperringen, zoals de Britten tevergeefs wel hadden gedaan. De Franse aanval werd overgelaten aan de infanteriesoldaten. De cavalerie speelde geen rol bij de Fransen, omdat die allang elders aan het front hadden geleerd, dat in tact gebleven prikkeldraadversperringen een ernstige hindernis konden vormen voor de paarden. Bij de Britten zou Haig’s klaarstaande cavalerie aanvankelijk ook werkloos moeten toezien, omdat de prikkeldraadversperringen, ondanks een bombardement van 7 dagen, overeind waren blijven staan. De Fransen hadden ook minder te kampen met het probleem van de Britten, dat een op de drie granaten niet explodeerden en als blindgangers in de klei zouden terecht komen. De Franse soldaten hadden ook nog een psychologisch voordeel op hun Britse bondgenoten. De Fransen vochten op eigen grond, en zij hadden vaker en veel meer gevechtservaring opgedaan dan de groentjes van de Engelse “Pals Battalions” (*), die nauwelijks getraind, rechtsstreex de bloedige veldslag in werden gestuurd.
 
Die verschillen en factoren leidden ertoe dat het Zesde leger van Generaal Fayolle op de eerste dag wel zijn doelen bereikten in Curlu en Hem op de noordoever, en Dompierre, en Fay op de zuidoever. Tevens wisten de Fransen op de derde dag van de Slag een bres te slaan op het Plateau de Flaucourt, op de zuidoever van de Somme in tot in de tweede, Duitse loopgraaflinie. Jammer genoeg hielden de Fransen toen even pauze, omdat zij op de noordelijke oever moesten wachten, tot de Britten zich herpakt hadden van hun ernstige tegenslagen, en na een dag of veertien de aanval op Mametz Wood openden. Op de noordelijke oever bereikten de Fransen uiteindelijk op 12 september maar moeizaam de lijn zuidwaarts vanaf Rancourt, via Bouchavesnes, tot aan Clery Sur Somme.
Op de zuidelijke oever veroverde Fayolle Dompierre en Fay. Het 10de leger van Generaal Micheler, versterkt door het 1ste Koloniale Korps (**) en het Vreemdelingenlegioen, veroverde op 20 juli de Duitse loopgraven bij Soyécourt. Micheler’s leger, en een deel van Fayolle’s leger, samen met het 1ste Koloniale Korps, bereikten op 10 juli het verste punt, Biaches. Het 1ste Koloniale Korps zou negen dagen nodig hebben om het dorpje, Biaches, definitief te veroveren op 19 juli 1916.
Biaches, is een dorpje dat aan de westelijke oever van de Somme ligt, die daarlangs zuidwaarts loopt, en vanwaar je aan de overkant van de rivier, tergend, het geplande einddoel, Péronne ziet liggen. Péronne bleef nog lang in handen van de Duitse troepen tot aan 2 september 1918.
 
Zo vertoefde ik dit afgelopen weekend, al bouwend aan mijn website, in mijn gedachten weer op die ogenschijnlijk vredige velden langs de oevers van de Somme.
 
Pierre
 
(*) “Palls Battalions”, vrijwilligers die zich melden voor de militaire dienst, met de belofte van Lord Derby, dat zij in dezelfde gevechtseenheden zouden geplaatst worden. Die gevechtseenheden werden gevormd op basis een gezelschap dat bijvoorbeeld dezelfde buurt, school, pub, of voetbalclub, etc., bezocht. 
 
(**) “1ste Koloniale Korps”: 1er Corps Coloniale. Regimenten uit de voormalige Franse, Afrikaanse koloniën, zoals Algerije, Sénegal, etc.
 
Tip. Zie voor de illustraties bij dit droge verhaal: klik HIER voor het begin van de 5 fotopagina’s over de Franse sector aan het Somme Front van 1916.
by Pierre Grande Guerre 29 November 2019
by Pierre Grande Guerre 14 November 2019

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion

Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.

In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog  is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.  

Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

by Pierre Grande Guerre 1 October 2019

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.

After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.

by Pierre Grande Guerre 18 September 2019
Though we depart from Badonviller in the Northern Vosges , we make a jump northward to the east of Lunéville and Manonviller. We start at Avricourt on the border of Alsace and Lorraine. From the Avricourt Deutscher Soldatenfriedhof we explore the southern Lorraine battlefields ; the mine craters of Leintrey , the Franco- German war cemetery and Côte 303 at Reillon , and some German bunkers near Gondrexon , Montreux , and Parux.
by Pierre Grande Guerre 13 September 2019
We depart from Raon-l’Etape to drive northward via Badonviller to Montreux to visit the  "Circuit du Front Allemand 14-18", the  Montreux German Front Walk 14-18,  with its trenches , breastworks , and at least twenty bunkers.
by Pierre Grande Guerre 8 September 2019
North-east of Nancy, east of Pont-à-Mousson, and south-east of Metz we visit the battlefields of the Battle of Morhange of 14 until 20 August 1914. We follow mainly topographically the route of the French advance eastward over the Franco-German border of 1871-1918.
During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.
by Pierre Grande Guerre 5 September 2019
South of Manhoué we start this trip at Lanfroicourt along the French side of the Franco-German 1871-1918 border, marked by the meandering Seille river. We visit some French bunkers  in Lanfroicourt, near Array-et-Han and in Moivrons. From there we go northward to the outskirts of Nomeny and the hamlet of Brionne to visit the ( second ) memorial, commemorating the events in Nomeny of 20 August 1914. We continue westward to finish at the Monument du Grand Couronné at the Côte de Géneviève, a former French artillery base, which offers several panoramic views over the battlefield.
by Pierre Grande Guerre 28 August 2019
North of Pont-à-Mousson and south of Metz, we explore the relics of German bunkers and fortifications along the Franco-German 1871-1918 border. We start at Bouxières-sous-Froidmont to visit the nearby height of the Froidmont on the front line. This time we will show only a part of the Froidmont, focusing on its military significance.  From the Froidmont we continue via Longeville-lès-Cheminot and Sillegny to the “Forêt Domaniale de Sillegny” to explore some artillery ammunition bunkers. Next we continue to Marieulles for its three interesting bunkers and to Vezon for its line of ammunition depot bunkers. From Vezon we continue to the “Deutscher Kriegsgräberstätte Fey – Buch”. From Fey we go eastward, passing 6 bunkers near Coin-lès-Cuvry to finish our trip at the top construction of the “Feste Wagner” or “Fort Verny”, north of Verny.
by Pierre Grande Guerre 25 August 2019

From Badonviller or the Col du Donon we continue north-eastward for a visit to an extraordinarily well restored sample of German fortifications:  the Feste Kaiser Wilhelm II, or Fort de Mutzig,  lying on a height, some 8 km. away from the 1871-1918 Franco-German Border.

by Pierre Grande Guerre 23 August 2019
We concentrate on the German side of the front around "Markirch", Sainte Marie-aux-Mines, the so-called "Leber" front sector . We first pay a visit to the Sainte-Marie-aux-Mines Deutscher Soldatenfriedhof, and next to the southern side of the Col de Ste. Marie for the many interesting bunkers of the German positions at the Bernhardstein, at the north-eastern slopes of the Tête du Violu. On the next photo page about the Haut de Faîte we will continue with a visit to the northern side of the pass and the "Leber" sector.
More posts
Share by: