Bochkareva en haar Vrouwenbataljon

  • by Pierre Grande Guerre
  • 22 Apr, 2019

DUTCH Page - WFA Lezing d.d. 17-12-2016

Inleiding 

Enige tijd geleden was ik op zoek naar informatie over het Vrouwenbataljon des Doods. Enigszins teleurgesteld over de tegenstrijdige informatie van die bronnen stuitte ik onverwacht op de autobiografie van de eerste vrouwelijke Russische soldaat en oprichtster van het 1e Russische Vrouwenbataljon des Doods, Maria Leontievna Bochkareva, (Мария Леонтьевна Бочкарева, juli 1889–16 mei 1920).

Tijdens het lezen van Bochkareva’s autobiografie van 1919, ”Yashka. Mijn leven als boer, banneling, en soldaat. Zoals verteld aan Isaac Don Levine” (1), raakte ik zodanig geboeid door haar levensverhaal, dat ik besloot mijn leeservaring van haar 364 bladzijden beknopt te delen met andere geïnteresseerden. Zoals wel vaker raakte ik benieuwd naar de beweegredenen van Bochkareva om als vrouw in een volstrekte mannenwereld vrijwillig ten oorlog te trekken. Wie op zoek gaat naar iemands motivatie, ontmoet tijdens zijn zoektocht vaker nieuwe vragen dan antwoorden. Ondanks dat niet alle vragen zijn beantwoord, vertelt het levensverhaal van Luitenant Bochkareva ons veel over het verre Rusland in een roerige tijd van verwarring, Wereldoorlog, muiterij, en revolutie. 

1889-1905 - Jeugd Maria Frolkova

Maria Frolkova is in 1889 geboren in Nikolsko in de “oblast” (provincie) Novgorod als derde dochter van vier in een arm boerengezin. Vader, Leonti Semenevtisj Frolkov, diende als sergeant in het Russische Leger tijdens de Russisch-Turkse Oorlog van 1877-1878. Als Maria een jaar oud is, verhuist het arme gezin naar Sint Petersburg. Later verhuist het gezin nog naar Kuskovo om zich uiteindelijk te vestigen in Tomsk in West -Siberië. Haar vader, die als arbeider de kost verdient, drinkt meer dan hij zich voor zijn gezin kan veroorloven, en mishandelt met regelmaat Maria’s moeder, Olga Nazareva.

Op 8–jarige leeftijd moet Maria uit werken als kinderoppas om haar moeder te helpen bij het winnen van de kost. Later zal zij nog werken als winkelbediende in een groentewinkel en als dienstbode bij een officierengezin. 

1905-1911 - Het huwelijk van Frolkova met Afanasi Bochkarev 

In 1905 ontmoet Maria de 10 jaar oudere soldaat, Afanasi Bochkarev. Bochkarev is een gewone “moezjik”, een ruwe boerenkerel, die voortdurend vulgaire taal uitslaat. Tijdens de zomer van 1905 verlaat Maria op 15-jarige leeftijd het ouderlijk huis om te gaan trouwen met Afanasi Bochkarev. Samen werken zij als arbeiders in Tomsk. Eerst lossen zij houtschuiten, later gaan zij werken in een asfalt- en betonnen vloerenfabriek.

Bochkarev begint, evenals haar vader, zwaar te drinken en Maria stelselmatig te mishandelen. Zo dwingt Bochkarev haar regelmatig met geweld om tegen haar zin wodka te drinken. De liefde is daarom al snel voorbij. Op een dag wil ze Afanasi zelfs vermoorden met een bijl. Aan haar biograaf, Isaac Don Levine, vertelt zij later: “Het verlangen om hem te doden was onweerstaanbaar.”

Op 18-jarige leeftijd verlaat zij Bochkarev en vlucht voor hem naar haar zuster in de Siberische stad, Barnaoel. Daar weet Afanasi haar weer te vinden om haar mee terug naar Tomsk te nemen. 

1911-1912 - Een kort jaar van geluk

In 1911 slaat Maria weer op de vlucht voor Bochkarev, deze keer voorgoed. Zij reist naar Irkoetsk. Ze werkt daar eerst als bordenwasser en later in een wasserij. Uiteindelijk slaagt zij erin een baan te vinden als tweede voorman van een werkploeg in een asfaltfabriek. In die tijd is het nog bijzonder om een vrouw in een fabriek vol mannelijke arbeiders te zien. Ze wordt dan ook voortdurend gepest door haar mannelijke collega’s in de trant van “Ha ha, een “baba” op de plaats van een voorman!”. Maar haar baas is wel zeer tevreden over haar werkprestaties. Hij zou gezegd hebben: “Moet je die “baba” nu eens zien. Wij mannen kunnen nog heel wat van haar leren. Zij zou eigenlijk een broek moeten dragen!”

Haar collega’s krijgen spoedig respect voor Maria’s werklust en geven haar al snel de vriendelijk bedoelde bijnaam, Manka”. Na een jaar van hard werken wordt Maria van uitputting ziek. Als zij na twee maanden hersteld is, meldt zij zich weer bij de fabriek om te merken, dat een man haar baan in de fabriek heeft ingenomen.

Hierover teleurgesteld en zonder uitzicht op een andere baan, vertrekt zij in 1912 naar haar zuster in Tomsk. Daar komt zij in contact met een zekere Anna Petrova, die een dienstbode zoekt voor haar chique huishouden in Stretensk in de “oblast” Amoer langs de Chinese grens. 

1912 - Stretensk; Maria ontmoet Yakov Buk

Bij aankomst in Stretensk blijkt dat Anna Petrova heel andere plannen heeft met het 21-jarige meisje. Maria moet bij aankomst wel heel bijzonder mooie dameskleding voor een dienstbode aantrekken. Enige ogenblikken later wordt zij naar een vertrek geleid met andere, mooi geklede meisjes. Dan begint het haar plotseling te dagen; zij is zwaar bedrogen door Petrova. Zij blijkt beland te zijn in een “Huis van Schande”!

Meteen begint ze driftig te protesteren en kabaal te maken, dat zij dit soort werk niet wil doen. Na die scene neemt Maria onmiddellijk de benen, beklaagt zich bij het plaatselijke politiebureau, en wordt als lastige meid voor een nacht in de cel opgesloten. Ten einde raad en berooid besluit zij dan maar de volgende ochtend terug te keren naar het bordeel van Anna Petrova.

Juist als zij zich wil schikken in haar lot, ontmoet zij die dag in het bordeel van Anna Petrova haar toekomstige partner, Yakov Buk. Hij vertelt haar de dag ervoor haar woede-uitbarsting gezien te hebben, en dat hij al meteen had gezien, dat zij geen meisje voor een bordeel is. Buk beweert haar uit de prostitutie te kunnen redden. Bij zo’n verhaal raakt elk jong meisje in nood natuurlijk verliefd op haar redder.

Yakov Buk is echter een avonturier en een zware gokker, die vanwege zijn schulden verzeild is geraakt in een roversbende langs de Chinese grens. Bij een van zijn eerste overvallen wordt hij gearresteerd en later voor een jaar in de gevangenis opgesloten van de Zuid-Siberische stad aan het Baikalmeer, Irkoetsk. Tijdens zijn gevangenschap komt Buk in aanraking met allerlei revolutionairen, die daar om politieke redenen vastzitten. Buk is heimelijk een aanhanger van de antitsaristische, revolutionaire beweging. 

Yakov Buk en Maria gaan samenwonen

Omdat scheiden voor de Russisch Orthodoxe Kerk niet mogelijk is, gaan Maria en Yakov Buk snel samenwonen in Stretensk. Samen met Buk, die uit een slagersfamilie komt, zet zij een slagerij op. Daarnaast zet Maria een ijsfabriekje op om ijsjes te verkopen. Beiden zijn in deze relatie gelukkig, en Yakov leert Maria zelfs nog lezen. Bochkareva stelt achteraf, dat dit haar gelukkigste tijd van haar leven was. Wel komen er met enige regelmaat oude kameraden uit de gevangenis langs, die het stel om hun hulp vragen om weer op weg in de maatschappij te komen.  

Mei 1912 - Buk en Maria gearresteerd

In mei 1912 komt er een eind aan deze idylle en de slagerswinkel. Op een avond klopt er iemand aan de deur, een oude gevangeniskameraad van Yakov. Deze vriend, een revolutionair, die “verantwoordelijk was voor de dood van de beruchte Gouverneur van Siberië”, vraagt Buk om hem te helpen onderduiken. Deze naamloze revolutionair overhandigt zijn revolver aan Maria om onder haar kleren te verstoppen. Buk heeft nog maar net de man verstopt op een geheime plaats in het huis, of de politie komt een inval doen. De politie haalt het hele huis overhoop, maar ontdekken de goedverstopte revolutionair toch niet. Teleurgesteld verlaat de politie het huis. In de nacht bevrijdt Buk de revolutionair uit zijn schuilplaats en weet hem buiten Stretensk te smokkelen.

De volgende dag worden Maria en Yakov alsnog gearresteerd. Zij worden langdurig verhoord, waarbij Maria alles, wat de toch goed ingelichte politie haar ook maar verwijt, hardnekkig ontkent. 

Herfst 1912 - Buk en Maria naar Alexandrovsk

Buk wordt uiteindelijk in de herfst van 1912 op transport gezet via Irkoetsk naar de gevangenis van Alexandrovsk in de “oblast” Perm. Met veel moeite, ook vanwege haar paspoort waarop de naam Bochkareva staat en dat haar daarom geen recht geeft haar ongehuwde partner Buk te bezoeken, slaagt Maria er toch in om zich deels per trein maar voornamelijk te voet nabij Yakov in Alexandrovsk te vestigen. Daar komt zij er pas achter dat Yakov tot 4 jaar ballingschap is veroordeeld. Teleurgesteld keert Maria terug naar Irkoetsk om in dezelfde asfaltfabriek werk te vinden, maar deze keer niet als voorman, maar als arbeider.

Tegen Pasen 1913 weet Maria “zich te laten arresteren” in de hoop haar ballingschap met Yakov in Alexandrovsk te kunnen delen. Maar in plaats van haar dichter bij haar geliefde Yakov te laten komen, sluit men haar op in een gevangenisafdeling voor vrouwen. Toch weet Maria daar elke week, op zondag, een ontmoeting met Yakov te arrangeren. 

1913 - Ballingschap in Jakoetsk

In mei 1913 maken Maria en Yakov deel uit van een groep van duizend mannelijke gevangenen en twintig vrouwen, die onder bewaking van 500 soldaten een barre voettocht maken van 133 mijl langs de goudrijke oevers van de Lena naar Katchoego.

Onder de gevangenen bevindt zich een honderdtal politieke gevangenen, voor de rest zijn het “gewone criminelen”. Daar worden zij en hun bagage in treinwagons geladen voor een tocht van 2.000 mijl om pas na twee maanden later, eind juli, aan te komen in de Siberische stad, Jakoetsk, die slechts 450 km. ten zuiden van de poolcirkel ligt.

Op aandringen van Yakov en in ruil voor een afgedwongen, sexuele wederdienst haalt Maria Gouverneur Kraft van Jakoetsk over om Yakov niet naar het nog meer barre Kolymsk te sturen, maar hem in Jakoetsk te houden.

Yakov wordt de volgende dag al vrijgelaten met 500 roebel in zijn zak: Gouverneur Kraft heeft het stel speciale toestemming verleend opnieuw een slagerij te beginnen. Dat gaat een tijdje goed, totdat de Gouverneur eens een kijkje komt nemen in de slagerij, waarin hij 500 roebel heeft geïnvesteerd. Daar begint hij opnieuw Maria lastig te vallen en zich aan haar op te dringen. De naïeve Yakov betrapt de Gouverneur in de winkel, en begrijpt dan pas goed, waar zijn plotselinge voorspoed uit voortgekomen is.  

De volgende dag wil de bedrogen en jaloerse Buk verhaal gaan halen bij de residentie van de Gouverneur. De Gouverneur laat hem staande houden en fouilleren. Men vindt een mes op slager Buk’s lichaam. (3) Buk wordt gearresteerd en vastgezet.  Binnen 24 uur moet het stel de slagerswinkel opdoeken. Rond Pasen 1914 vertrekt het paar in ballingschap naar het ver afgelegen dorp, Amga

Zomer 1914 - “Ontsnapping” uit Amga

In de bannelingenkolonie van Amga weet Maria zich weer snel aan te passen. In haar autobiografie laat zij weten: “Ik nam onmiddellijk de leiding over de situatie, en de kleine hut, die ik huurde voor 2 roebel per maand, werd al spoedig het sociale centrum van de kolonie.” Terwijl Maria succesvol probeert wat van het bannelingenleven te maken, raakt Yakov gefrustreerd. Hij is jaloers op haar populariteit bij de 15 aanwezige, politieke gevangenen en verdenkt Maria ervan telkens weer in een affaire met een andere man betrokken te zijn. Buk loopt zich danig te vervelen en gaat weer gokken. Yakov kan ook niet van de drank afblijven en mishandelt Maria regelmatig, waar iedereen bijstaat.

Yakov zadelt haar op met een jonge oppasser, voor als hij uit gokken gaat. Na twee dagen belandt Maria, volgens eigen zeggen wederom tegen haar zin, in bed met deze jongeman, Dmitri, waarbij ze wordt betrapt door Buk zelf. Yakov pakt een kruk, een haak en een touw, en begint Maria op te hangen. Juist op het moment dat zij het bewustzijn verliest, komt Yakov tot inkeer en maakt haar snel los. Een bevriende politieke gevangene legt een en ander uit, Yakov komt tot berouw, en Dmitri is plotseling verdwenen uit de bannelingenkolonie. Kort daarop laat Maria zich oplichten door een politieke gevangene die haar met een smoes over een nieuw vonnis van de Tsaar Yakov’s paard “Maltchik” weet af te troggelen. Bij thuiskomst Is Buk zo woedend dat hij haar weer aftuigt. Toekijkende vrienden grijpen in en redden Maria uit Buk’s handen.

Buk lijdt volgens een dokter aan een zenuwinzinking, en hij is zo gevaarlijk geworden voor zijn omgeving, dat hij iemand om een kleinigheid zou kunnen doden. Voor Maria Bochkareva is nu “de maat vol”. Zij besluit te “ontsnappen” uit Buk’s leven en Amga te verlaten. In september 1914 gaat Maria Bochkareva stiekem aan de haal, verkleed als man met kort geknipt haar. 

September 1914 - Bochkareva’s motivatie om de oorlog in te gaan

Bij het plannen van haar ontsnapping heeft Maria Bochkareva een nieuw doel voor ogen. In september 1914 hebben de geruchten en het nieuws over de pas uitgebroken Wereldoorlog ook de verste uithoeken van het rijk van de Tsaar bereikt.
De opwindende verhalen over glorie, overwinning, en bloedverspilling voor het vaderland zijn ook van invloed op Maria. Vol vuur van patriottisme verklaart zij later: “Dag en nacht bracht mijn verbeelding mij naar de slagvelden, en mijn oren deden pijn van het kreunen van mijn gewonde broeders. (…) Mijn hart verlangde hartstochtelijk om daar te zijn in die gloeiend hete smeltkroes van de oorlog, om gedoopt te worden met het vuur, en verschroeid te raken door zijn lava. De geest van opoffering nam bezit van mij. Mijn land riep mij. Een onweerstaanbare drang van binnenuit spoorde mij aan.”

Na een reis van zes dagen arriveert Maria weer in Jakoetsk, waar nu een andere Gouverneur zetelt. Deze Gouverneur helpt Maria op weg naar Tomsk. Tijdens de reis naar Tomsk laat Maria, die alleen maar kan lezen, iemand aan Buk nog een afscheidsbrief schrijven, waarin zij zich verontschuldigt voor haar plotselinge vertrek. Verder schrijft zij hem, dat zij “naar Tomsk gaat om in dienst te gaan als soldaat, om te vertrekken naar het front, een dapperheidonderscheiding te verdienen, en dan de Tsaar om gratie voor Buk te verzoeken, om hen zo in staat te stellen weer hun oude, rustige leventje in Stretensk op te nemen.”

Maria denkt, zoals vele anderen in de zomer van 1914, dat de oorlog slechts enkele maanden zal duren, maar later zal zij erkennen, dat “het lot alleen nog maar meer verwoesting in petto had”. Maar ook verklaart zij later: “Yakov moest ver naar de achtergrond van mijn leven; om uiteindelijk te kunnen overwinnen”. 

November 1914 - Telegram naar de Tsaar; Maria gaat in het leger

Na een reis twee maanden arriveert Maria in november 1914 in Tomsk. Zij houdt even drie dagen vrij voor familiebezoek. Die proberen uiteraard haar plan ten strijde te trekken uit haar hoofd te praten met de bekende argumenten, zoals “het leger laat toch geen vrouwen toe”, “oorlogvoeren is geen vrouwenwerk” en “daar ben je toch niet sterk genoeg voor”. Al die moeite is tevergeefs, want de koppige Maria volhardt met: “Ik moet naar de oorlog en vechten tot aan de dood, of, als God mij bewaart, tot aan de komst van de vrede.”

Op de vierde dag meldt zij zich bij de kazerne van het 25e Reserve Bataljon van Tomsk met de droge mededeling dat zij de commandant wil spreken om zich te melden voor dienstplicht.

De commandant, die wel wat afleiding kan waarderen, laat haar bij zich komen. De commandant bespot haar eerst met: “In dienst treden? Maar u bent een “baba”! Bij wet is het geregeld dat vrouwen niet worden toegelaten in het leger.” “Uwe excellentie”, dringt Maria vol drama aan, “God heeft mij kracht geschonken en ik kan mijn land even goed verdedigen als een man! Ik heb mij zelf afgevraagd of ik het harde leven van een soldaat kan verdragen, en ik ben tot de conclusie gekomen dat ik dat kan. Kunt u mij niet in uw regiment plaatsen?”

Na tevergeefs nog een baan als verpleegster van het Rode Kruis te hebben geopperd, adviseert de Kolonel Maria om de Tsaar een telegram te sturen met een verzoek om bij uitzondering als vrouw in dienst te mogen gaan. Dankzij het vlotte antwoord, een telegram van Tsaar Nicolaas II zelf, slaagt Maria erin om met een uitzonderlijke toestemming diezelfde maand nog in dienst te gaan. 

Bochkareva’s soldatenleven

In het 25e Reserve Bataljon van Tomsk dient Bochkareva te midden van mannen. Zij ontvangt een complete uitrusting, en ze laat het haar kortknippen. Bochkareva wordt ingedeeld als soldaat in de 4e Compagnie van het 5e Reserve Bataljon.

Binnen de kortste keren krijgt Bochkareva uiteraard te maken met allerhande pesterijen van de mannen en met allerlei handelingen, die wij tegenwoordig ongewenste intimiteiten noemen. In het begin is zij dan ook voortdurend bezig de vele, handtastelijke mannen van haar af te schoppen. 

"Yashka"

Die negatieve houding van de soldaten verandert echter snel, wanneer blijkt dat Bochkareva tijdens de training wel degelijk “haar mannetje weet te staan”. Ook aan de andere aspecten van het mannelijke soldatenleven neemt Bochkareva naar hartenlust deel. Zo brengt zij met haar kameraden nog een bezoek aan een bordeel, waar de meisjes aanvankelijk niet in de gaten hebben, dat zij met een vrouw te maken hebben. Tijdens deze periode ontvangt Maria van de andere soldaten haar bijnaam “Yashka”, die ik nu verder ook in haar verhaal zal gebruiken. 

Februari 1915 - Naar het front bij het Narochmeer

In februari 1915 vertrekt Yashka, nu als lid van het 28steRegiment van Polotsk onder bevel van Kolonel Grishnaninov naar het front bij het Narochmeer in Wit Rusland in de buurt van Molodechno en Minsk.(4)

Het regiment is een onderdeel van het Tweede Leger, dat onder bevel staat van Generaal Gurko. Het regiment wordt ingedeeld bij het 5e Legerkorps onder bevel van Generaal Valuyev.

De legerleiding aan het front is aanvankelijk helemaal niet enthousiast over de deelname van een vrouw. Er vinden verhitte discussies plaats tussen officieren, de Kolonel en de Generaal over haar inzet voor het gevecht. Maar uiteindelijk wordt Yashka toch ingezet bij de aanvallen vanuit de loopgraven.

Vanwege haar zorg voor haar gewonde kameraden en vanwege “het tonen van bijzondere moed bij het redden van vele levens onder vuur” wordt zij onderscheiden met de Orde van de 4eGraad. Rond Pasen 1915 raakt zij gewond aan haar been en moet zij herstellen in een hospitaal in Kiev. 

Juli-Augustus 1915 - Brest-Litovsk Offensief

In juli 1915 is Yashka hersteld en vertrekt zij opnieuw naar het front bij het Narochmeer. Zij ervaart daar alle gruwelijke facetten van een oorlog, zij neemt deel aan gevaarlijke nachtpatrouilles, en houdt de wacht vooraan in de luisterposten.

15 augustus 1915 steekt het Duitse 11e Leger nabij Brest-Litovsk de rivier de Bug over voor een groot offensief. Yashka strijdt mee in deze veldslag. Zij verdraagt artilleriebeschietingen, gasaanvallen, en moet van loopgraaf naar loopgraaf terugtrekken en weer aanvallen. In tegenstelling tot de rest van het front, waar het Duitse offensief een groot succes blijkt, behalen de Russen hier toch nog enig succes. (5) Ondanks zware verliezen weet het 28e Polotsk Regiment toch nog 2.000 krijgsgevangenen te maken. Yashka’s regiment bezet die dag vijandelijke loopgraven. Opnieuw betoont Yashka “dapperheid in het defensief en in het offensief en voor het verlenen van eerste hulp op het slagveld aan gewonden, terwijl zij zelf ook gewond was”. Tot haar teleurstelling ontvangt zij niet het Kruis van Sint George, dat bij deze verdienste past, maar ontvangt zij slechts een Medaille van de 4e Graad met de mededeling dat het Kruis niet voor vrouwen is te behalen. 

Herfst 1915 - Zelenoye Polie

In de herfst wordt het regiment verplaatst naar een rustiger sector langs het front. In de winter van 1915 vertrekt het Regiment naar het dorp, Zelenoye Polie, in Wit-Rusland. Daar leidt Yashka een commando van 12 brancardiers.

Over die periode vertelt zij een interessant verhaal, dat ik niet heb kunnen checken, maar dat wel op zijn minst getuigt van het Russische wantrouwen tegenover Russen van Duitse afkomst. De Russische generaal van Duitse komaf, Walter, die een keiharde discipline handhaaft, zou verraad hebben gepleegd door de Russische aanvalsplannen aan de Duitsers te hebben verraden en aanvallen te saboteren. Door de precieze Duitse artilleriebeschietingen op de Russische stellingen zijn volgens Yashka honderden Russische doden zijn gevallen. In maart 1916 zal deze Generaal Walter opnieuw een merkwaardige rol spelen en door soldaten beticht worden van verraad. Ook bij Zelenoye Polie ontvangt Yashka een onderscheiding voor “het redden van vele gewonden uit de loopgraven onder vuur”: de Gouden Medaille van de 2e Graad. In oktober wordt zij tijdens een verblijf op een artilleriebasis achter het front bij het dorp Senky bevorderd tot Korporaal. 

Winter 1915 - Ferdinandovi Nosk

In november 1915 verblijft Yashka met haar soldaten langs het front nabij Ferdinandovi Nosk, gelegen tussen het Narochmeer en Baranovitchi (Wit-Rusland). Daar meldt Yashka zich al de eerste nacht als vrijwilliger om mee te gaan op verkenning in de vijandelijke linies. Onverwacht komt de patrouille van 30 man in gevecht met de Duitsers. Yashka maakt voor het eerst mee dat zij een vijand met een bajonet uitschakelt, dat een diepe indruk bij haar achter laat. Met nog slechts 10 man over moet de patrouille terugtrekken, terwijl Yashka de achtervolgers met handgranaten bestookt.

Over de maand december beklaagt Yashka zich dat de bevoorrading ernstig verstoord is, en dat er geen levering meer is van voldoende voeding, munitie en verbandmateriaal. De barre, winterse omstandigheden veroorzaken bij de mannen een enorme toename aan loopgraafvoeten, die geamputeerd moeten worden. Verder is het voor Yashka maar een saaie tijd om stand te houden in de bevroren loopgraven. Zij verlangt weer naar een forse veldslag; “een machtige slag, om de overwinning te behalen en de oorlog te beëindigen”. Ondanks dat relatief saaie leven verblijft Yashka op een nacht in een luisterpost, waar haar rechtervoet bevriest. Zij wordt daarvoor verpleegd in een hospitaal achter het front. Haar voet kan zij gelukkig nog behouden.  

Maart 1916 - De Slag om het Narochmeer

Eind januari 1916 verblijft Yashka’s regiment nabij Beloye voor een maand rust in afwachting van een nieuw offensief bij het Narochmeer. Op 6 maart 1916 beginnen de Russen bij Vilnius (Litouwen) en het Narochmeer de Slag om Postovsky, ook bekend als de Slag om het Narochmeer (6 maart 1916 – 21 maart 1916). Oorspronkelijk is het de bedoeling van het offensief om de druk op de benarde Fransen bij de Slag om Verdun enigszins te verlichten. De Russen lanceren eerst een twee dagen langdurend, inleidend artilleriebombardement, dat al gauw door de Duitsers beantwoord wordt met hun artillerie en met hun gasgranaten.

Onder vernietigend Duits vuur verlaat het 525e Regiment op de 7e maart zijn loopgraven om in de diepzuigende modder moeizaam op te rukken. Velen raken gewond, nog meer mannen worden verzwolgen door de modder. Ondanks het bevel om terug te trekken organiseert Yashka nog een reddingsploeg, die een vijftigtal gewonden uit de modder van het Niemandsland weet te redden. De volgende dag vallen de Russen met de bajonet op het geweer, luidkeels “Hoera” schreeuwend, opnieuw aan. Yashka’s regiment verovert de eerste Duitse loopgraaf en dertig machinegeweren, en het maakt 2.500 Duitsers krijgsgevangen. Yashka raakt licht gewond aan haar rechterbeen. 

Generaal Walter gedraagt zich weer “verdacht”

Bij de aanvankelijk succesvolle aanval van de volgende dag op de tweede linie verblijft Yashka een 70 meter van de vijandelijke loopgraaf, als Generaal Walter zich weer eens verdacht maakt.

Generaal Walter geeft ondanks de vooruitgang van de aanval onverwacht het bevel om te stoppen en terug te keren naar oorspronkelijke “jump-off”- loopgraven. Er volgt een flinke ruzie tussen de teleurgestelde Kolonel Grishnanov en de Generaal. De soldaten verdenken Generaal Walter weer, zoals een jaar tevoren, van verraad, omdat de toch succesvolle aanval onnodig voortijdig is afgebroken ten koste van zware verliezen. Zelf dicteert Yashka haar biograaf: “Het werd de mannen duidelijk dat het een verraderlijk plan van de Generaal was geweest om zoveel van onze mannen te laten afslachten, als maar  mogelijk was.” Op de negende telt het regiment, inmiddels aangevuld met verse, jonge rekruten, 2.000 gewonden. Over de aantallen doden praat Yashka zelden.

Op 16 maart openen de Russen na een inleidend artilleriebombardement weer een hopeloze aanval. Yashka raakt nu op 30 meter afstand van de vijandelijke loopgraaf gewond door een kogel, die het bot in haar rechterbeen verbrijzelt. Na uren in het Niemandsland gelegen te hebben, wordt zij in de nacht door een reddingsploeg opgehaald. Zij wordt naar het Jekaterina Hospitaal in Moskou gestuurd om gedurende 3 maanden te herstellen. Volgens Yashka was de Slag om Potovsky de meeste wrede en bloedige slag, die zij ooit heeft meegemaakt.   

Juni 1916 - Gewond tijdens het Broesjilov Offensief

Op 20 juni 1916 is Yashka weer hersteld en verblijft zij aan het front nabij Lutsk, dat tegenwoordig in noordoost Oekraïne ligt. Nabij het dorpje, Dubova Kortchma, betrekt het regiment de loopgraven, die recent door de Duitsers zijn verlaten, nadat zij door het Offensief van Generaal Broesjilov (4 juni-20 september 1916) verdreven zijn.

Op 21 juni om 4 uur in de ochtend vallen de Duitsers aan. Kolonel Grishnaninov raakt zwaar gewond. Yashka wordt getroffen door een granaatscherf in haar rug en raakt bewusteloos. Via Lutsk en Kiev wordt zij naar het Jekaterina hospitaal in Moskou vervoerd. Vier maanden lang zal zij daar verlamd liggen om daarna tot december met behulp van een vorm van fysiotherapie weer te leren lopen. De granaatscherf zal altijd, tot aan haar dood, in haar rug achterblijven. 

December 1916 - Terugkeer naar het Regiment aan de Styr 

Eind november is zij voldoende hersteld voor een lange reis terug naar Lutsk om zich daar, in de stellingen langs de oever van de rivier de Styr, weer aan te sluiten bij  het 28ste Regiment van Polotsk, dat dan onder bevel staat van Kolonel Stubendorff, die evenals Generaal Walter, ook van Duitse afkomst is. Tijdens haar reis naar Lutsk bespeurt zij dan al een geheel andere stemming onder de soldaten dan tijdens de zomer van 1914:  “De regeringsmachine was vastgelopen. De soldaten hadden het vertrouwen in hun meerderen verloren met de opvatting, dat zij alleen maar met duizenden naar een slachting gebracht zouden worden. (…) Die geestdrift van 1914 bestond niet meer.”

Maar bij terugkeer bij haar regiment wacht haar toch een warm onthaal. Zij wordt meteen feestelijk, met een diner aan de tafel van de Kolonel, bevorderd tot Sergeant en ontvangt als onderscheiding een Kruis van de 3e Graad.

December 1916 - Yashka 8 uur in krijgsgevangenschap 

Aan het eind van de maand trekken de Duitsers de Styr over voor een aanval en ze bereiken de Russische loopgraven. Yashka maakt deel uit van de 500 krijgsgevangenen, die de Duitsers met hun verrassingsaanval maken.

Bij haar ondervraging ontkent Yashka niet dat zij een vrouw is, maar wel dat zij een soldaat is. Zij vertelt haar ondervragers, dat zij maar een Rode Kruis verpleegster is, die per toeval in het strijdgewoel verzeild is geraakt. Wanneer na een uur of acht de Russen in de tegenaanval gaan, en de Duitsers op het punt staan zich met hun gevangenen terug te trekken naar hun eigen loopgraven, komen de 500 krijgsgevangenen, die hun kameraden horen naderen, in opstand. Vechtend van man tegen man ontfutselen de Russen aan de Duitse soldaten hun wapens. Yashka bemachtigt vijf handgranaten en schakelt daarmee een groep Duitsers uit. Samen met de juist aangekomen, aanvallende troepen drijven de krijgsgevangenen de Duitsers terug over de rivier en bezetten zij daar de eerste loopgraaf van de Duitsers. Zo is er na 8 uur alweer een eind gekomen aan Yashka’s kortdurende krijgsgevangenschap.

Twee dagen later vallen de Russen weer de Duitse stellingen aan. Dit is een grote mislukking. Tijdens een reddingsactie van gewonden redt Yashka haar leven door zich noodgedwongen achter een gewonde te verschuilen voor de 5 schoten van een Duitse sluipschutter. In de nacht slaagt zij er in om haar eigen linies weer te bereiken.

Een dag later reikt de regimentscommandant onderscheidingen uit aan de dappere, zichzelf bevrijdende krijgsgevangenen. In plaats van het Kruis van de 2e Graad ontvangt zij, “slechts, omdat zij een vrouw is”, een Medaille van de 3e Graad. 

Januari en februari 1917 - Zelenaya Kolonia

Aan het begin van 1917 verblijft Yashka’s regiment voor een korte periode van relatieve rust aan het front bij Zelenaya Kolonia in Wit-Rusland. Zij is nu een beroemde oorlogsheld geworden; de regimentscommandant stelt haar zelfs voor aan Generaal Valuyev!

Tijdens een nachtelijke verkenningspatrouille eind januari weet de eenheid van Yashka een Duitse luisterpost uit te schakelen. Haar soldaten steken twee Duitse soldaten neer met de bajonet en nemen er twee krijgsgevangen. Bij aankomst met haar krijgsgevangenen in het regimentshoofdkwartier ontvangt zij de onderscheiding van een Gouden Kruis van de 1e Graad, en een eervolle vermelding in het regimentsjournaal. Zij ontvangt tevens voor haar verdienste twee dagen verlof. 

Defaitisme en revolutionaire onrust

Tijdens haar verlof, begin maart en tijdens de roerige en verwarrende tijden van de instelling van de Voorlopige Regering, bemerkt Yashka dat de stemming in het leger steeds dieper is gezakt: “Met fluisterende stemmen herhaalden de mannen de geruchten over Raspoetin. (…) De geest van insubordinatie waarde rond onder de soldaten, hoewel het in die tijd nog binnen de perken bleef. (…) De mannen waren moe, verschrikkelijk moe van de oorlog.”

De soldaten verdenken niet alleen de recentelijk, op 30 december, vermoorde Raspoetin, maar ook de (Duitse) Tsarina (6), hun legerleiding, en leden van hun regering vuile zaak te maken met de Duitsers om hun levens massaal op te offeren. Met deze defaitistische en opstandige stemming houdt het leger in februari ondanks grote verliezen nog enigszins stand, mopperend op de “Tsaar en zijn verraderlijke regering”. 

15 Maart 1917 - Aftreden Tsaar Nicolaas II

Een soldaat van Yashka’s Compagnie, die terugkeert van verlof in Sint Petersburg, brengt het nieuws naar het front: “Revolutie!”. Het zijn de vrouwen van St. Petersburg, die op op 8 maart 1917, op Internationale Vrouwendag, de Februarirevolutie starten. Op 15 maart dwingen de nieuwgevormde Voorlopige Regering en de Doema Tsaar Nicolaas II om in Pskov af te treden.

Yashka is enthousiast over deze revolutie en verklaart: “Het wonder heeft plaats gevonden! Het Tsarisme, dat ons tot slaven had gemaakt, en dat bloeide op bloed en zweet van de zwoeger, was afgezet. Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap! Hoe zoet klonken die woorden in onze oren. (…) Wie kon ooit vermoed hebben dat het gehate regime zo gemakkelijk vernietigd zou worden en nog tijdens onze tijd van leven?”

De regimentscommandant leest zijn troepen Bevel Nummer 1 voor van het Comité van Arbeiders en Soldaten van Sint Petersburg, en het regiment zweert een eed van trouw aan de Voorlopige Regering.(7) 

Maart – April 1917 - Soldatenraden en gebrek aan discipline

Yashka vertelt verder over Bevel Nummer 1 en de revolutionaire sfeer in die periode: “Soldaten en officieren waren nu gelijkwaardig, zo verklaarde het (bevel). Alle burgers van Vrij Rusland waren voortaan gelijkwaardig. Er zou geen discipline meer zijn. De gehate officieren waren nu vijanden van het volk, en moesten niet langer gehoorzaamd worden, en op hun post vastgehouden worden. De gewone soldaat zou nu het leger besturen. Laat de lagere rangen hun officieren kiezen en comités instellen”.

Door de medezeggenschap van de soldatenraden en het wijdverbreide wantrouwen tegen officieren met een Duitse achtergrond vertrekt Kolonel Stubendorff. Zijn commando wordt ingenomen door Kolonel Kudriatzsev, die weer enigszins de legerdiscipline herstelt.

Overigens is de discipline door het revolutionair elan toch zodanig aangetast, dat het zelfs komt tussen ongewenste contacten met Duitse soldaten. Yashka meldt aan Isaac Don Levine, dat er enige weken lang boodschappen over Niemandsland werden geschreeuwd in de trant van: “Hebben jullie ook trek in Wodka?”.

Op een zekere dag verlaten Russische soldaten hun loopgraven en begeven zich openlijk naar het Niemandsland om daar uitgebreid te gaan discussiëren met de Duitse soldaten! Ook Duitse soldaten nemen wodka mee en er wordt stevig gediscussieerd over de schuldvraag en hoe samen tot een vrede te komen. Zodra Kolonel Kudriatzsev hiervan hoort, maakt hij hier onmiddellijk een eind aan. Ternauwernood ontsnapt de Kolonel nog aan een spontane lynchpartij.

Maar als de Sovjet van het Tweede Leger een massavergadering uitschrijft, waarin een afgevaardigde van de Sovjet van Sint Petersburg hen oproept niet alleen tegen de Kaiser te vechten, maar ook tegen de binnenlandse, Tsaristische elementen te vechten, en daarmee eigenlijk oproept tot een burgeroorlog, raakt Yashka voor het eerst gedesillusioneerd. Rusland is verdeeld geraakt in “doorvechters” en “afhakers”, in Witte Russen en Rode Russen, in Mensjewieken en Bolsjewieken, en in een aanstaande burgeroorlog. 

Mei 1917 - Yashka ontmoet Rodzjanko

In mei 1917 stelt de voorzitter van de Regimentssovjet, Orlov, haar voor aan Michael Rodzjanko, de Voorzitter van de Doema. Staatsman Rodzjanko (1859-1924) is zodanig onder de indruk van de verhalen over Yashka en van haar eigen verhaal en visie, dat hij haar uitnodigt om naar Sint Petersburg te komen. 

Bij haar aankomst in Sint Petersburg, ten huize van Rodzjanko, verneemt Yashka voor het eerst in haar leven van het bestaan van Lenin’s  Bolsjewieken. Ook hoort zij daar van Alexandra Kollontai, Trotski en andere bannelingen, die met behulp van Duitse steun en Duitse Reichsmarken nu de “Doema-vergaderingen” lastig vallen met hun oproepen tot het sluiten van vrede met de Duitsers om later de strijd tegen de vermeende, binnenlandse “klassenvijand” te kunnen beginnen.(8)

Na een diner neemt Rodzjanko Yashka mee naar het Taurische Paleis, waar hij tijdens een langdurig gesprek dieper ingaat op haar visie op de oorlog, en wanneer hij haar vraagt om een oplossing voor het gebrek aan discipline. Tijdens dat gesprek komt Yashka op het idee om een bataljon op te richten, dat louter uit vrouwen bestaat, een “Vrouwenbataljon des Doods”. Yashka stelt in haar autobiografie, dat zij meteen de propagandistische waarde inziet van zo’n Vrouwenbataljon. Zij ziet het die avond al helemaal voor zich: “… zij zal een bataljon van 300 vrouwen leiden, dat het Leger tot voorbeeld zal strekken, en de mannen zal leiden tijdens de veldslag.” Het is Yashka meteen duidelijk, dat het ”zondermeer noodzakelijk was dat de vrouwenorganisatie geen soldatenraden mocht bezitten en het bataljon georganiseerd en geleid moest worden op basis van de regels van het reguliere leger om het zo in staat te stellen het herstel van de discipline te bewerkstelligen.” 

Yashka ontmoet Broesjilov en Kerenski

Rodzjanko introduceert op 14 mei Yashka in gezelschap van een zekere Kapitein Dementiev bij Generaal Broesjilov in zijn hoofdkwartier in Mogilev, die haar hartelijk ontvangt en die laat blijken zeer positief te staan tegenover haar plan voor de oprichting van een Vrouwenbataljon.  

Een dag later, op de vijftiende, ontvangt Minister van Oorlog, Alexander Kerenski, Yashka Bochkareva in het Winterpaleis in aanwezigheid van opperbevelhebber, Generaal Broesjilov, en Generaal Polovtzev, commandant van het garnizoen van Sint Petersburg. Kerenski lijkt al vastbesloten, maar toch stelt hij Yashka de vraag of zij kan verzekeren dat er in die vrouwenorganisatie een hoge vorm van moraal gehandhaafd zal worden. Op het bevestigende antwoord van Bochkareva neemt Kerenski snel een besluit. Hij geeft Polovtzev de opdracht Bochkareva met alles te faciliteren, wat zij maar nodig heeft om vrouwen te rekruteren voor het “1e Russische Vrouwenbataljon des Doods”.  

Dit is dan ook voor het eerst in de moderne geschiedenis, dat er een legereenheid wordt opgericht, dat uit louter vrouwen bestaat.(9) 

“1e Russische Vrouwenbataljon des Doods” in opleiding

Het bataljon van Yashka met deze strijdlustige naam, “1eRussische Vrouwenbataljon des Doods”, trekt 2.000 vrouwelijke vrijwilligers aan tussen de 18 en veertig jaar oud.  

Aanvankelijk lijkt het Vrouwenbataljon voor de Voorlopige Regering van grote waarde voor de propaganda om de al flink gedemoraliseerde soldaten in hun strijdlust op te peppen door hen de vechtende vrouwen als voorbeeld te stellen.

Tegelijkertijd hoopt men dat de aanwezigheid van vechtende vrouwen aan het front bij de doorsnee, macho, Russische soldaat, een vorm van schaamte zal oproepen, die hem zal verleiden weer snel het geweer op te pakken en weer geestdriftig mee te doen aan het gevecht tegen de Duitsers.

Tijdens de training van het Bataljon ontwerpt Bochkareva speciale epauletten voor het Vrouwenbataljon; een witte ondergrond met een rode en een zwarte streep erop, en een roodzwarte pijlpunt op de rechtermouw. 

Bochkareva sluit vriendschap met Emmeline Pankhurst

Met enige regelmaat mag Yashka ook Emmeline Pankhurst, de beroemde Britse suffragette, ontvangen, die als vriendin op bezoek komt. 

Tegenstand tegen het Vrouwenbataljon

Vanuit Bolsjewistische hoek is er echter ook veel tegenstand tegen de vorming van dit “revisionistische” Vrouwenbataljon. De kazerne wordt zelfs een paar keer belaagd door opstootjes  en het binnendringen door groepen mannen, die vinden dat de vrouwen het bataljon moeten opheffen. De vrouwen moeten zelfs in een geval de mannen met waarschuwingschoten van het kazerneterrein verdrijven. De opruiende invloed van die Bolsjewistische mannen, de strenge discipline van Bochkareva, en haar harde, veeleisende trainingsprogramma, leiden zelfs tot een beperkte muiterij tegen Bochkareva’s gezag, zodat er uiteindelijk maar 300 vrouwen overblijven voor de vorming van haar bataljon. Na al dit rumoer dwingen Kerenski en Generaal Polovtzev Bochkareva, tegen haar zin, om toch een soldatenraad voor haar bataljon in te stellen, zoals in de rest van het Russische leger. 

Bochkareva maakt kennis met Generaal Kornilov

Nadat Bochkareva dan eindelijk de instelling van een soldatenraad heeft geaccepteerd,  stellen Rodzjanko en Kerenski haar tijdens een lunch in het Winterpaleis voor aan de Wit-Russische Generaal Lavr Kornilov. De wederzijds gedeelde opvattingen over het belang van de handhaving van de legerdiscipline, de gedeelde zienswijzen van de Wit-Russische politiek, en daarnaast de tijdens dat gesprek ontstane loyaliteit van Bochkareva aan Kornilov, zullen later de oorzaken blijken te zijn van haar uiteindelijke noodlot. 

25 juni 1917 - Inwijding “1e Russische Vrouwenbataljon des Doods”

In aanwezigheid van tal van politieke hoogwaardigheidsbekleders van de Doema, de Voorlopige Regering, en het leger vindt op 25 juni 1917 in de Sint Isaac Kathedraal in Sint Petersburg de officiële inwijding plaats van het 1e Russische Vrouwenbataljon des Doods. Het bataljon ontvangt tijdens deze plechtigheid zijn vaandel en Kerenski zelf bevordert Bochkareva tot Luitenant. 

Juli 1917 - Vrouwenbataljon des Doods bij het Kerenski Offensief

Na een maand van intensieve training vertrekt het 1e Russische Vrouwenbataljon des Doods naar Molodechno bij het Narochmeer, en maakt dan deel uit van het 1e Siberische Legerkorps. In Molodechno krijgt het Vrouwenbataljon meteen te maken met Bolsjewistische, defaitistische soldaten, die de vrouwen met discussie en geweld trachten over te halen om, evenals zij, te stoppen met de strijd tegen de Duitsers. Na een mars van 20 mijl arriveert het bataljon twee dagen later in het hoofdkwartier van Generaal Kostiyayev in het dorpje Redki. Daar wordt het bataljon ingedeeld in het 525e "Kuriag-Daryiuski" Regiment van de 172eDivisie. Het bataljon bezet de loopgraven 4 mijl verderop nabij de dorpjes Beloye en Semki.

Na een dagenlangdurend inleidend artilleriebombardement zet Generaal Broesjilov  op 1 juli 1917 het Vrouwenbataljon des Doods in bij het Kerenski-Offensief (10) nabij Lviv (West Oekraïne) en Brezhani. Vlak voor het begin van het offensief maakt Kerenski per auto een tournee langs het front om persoonlijk de weigerachtige troepen de moed in te spreken.

Tijdens de strijd van het Kerenski-Offensief bewijzen de vrouwen zich als dappere vechters. Yashka vertelt dat Generaal Valuyev, die dan commandant is van het 10de Leger, het bevel geeft, dat onder andere haar Vrouwenbataljon op 8 juli om 8 uur in de ochtend de loopgraaf verlaat voor de aanval. Die aanval gaat echter niet door, omdat de mannelijke bataljons een eindeloze discussie beginnen over het nut van een aanval. 

9 juli 1917 - Het Vrouwenbataljon verovert drie loopgraaflinies

Na nachtelijk beraad besluiten Luitenant Kolonel Ivanov en nog 27 strijdlustige officieren van zijn regiment om samen met het strijdvaardige Vrouwenbataljon de volgende dag toch weer de aanval te openen om zo de mannen een voorbeeld te stellen, in de hoop dat de mannen hen dan alsnog in de strijd zouden volgen. Het plan blijkt toch te werken en de mannen sluiten zich aan in de aanval van de vrouwen in het Niemandsland. Het 525e Regiment, voorafgegaan door het Vrouwenbataljon, bezet twee loopgraaflinies van de Duitsers, terwijl het daarbij 2.000 krijgsgevangenen maakt.

Maar in die tweede veroverde loopgraaf, gaat het weer mis met de discipline van de mannen. De mannen laten het weer afweten, omdat zij een voorraad wodka hebben ontdekt, aan het plunderen slaan, en het onmiddellijk op een zuipen zetten. Luitenant Bochkareva geeft meteen het bevel dat  “haar meiden” alle verstopplaatsen van drank bij ontdekking onmiddellijk moeten vernietigen. Tijdens deze aanval daalt ook de gevechtsmoraal bij sommige vrouwen. Bochkareva ontdekt tijdens de aanval een paartje, dat de liefde bedrijft in dekking achter een platte boomstam.

Uit woede over deze vorm van insubordinatie steekt Bochkareva met haar bajonet het meisje dood, en de man slaat voor haar op de vlucht. Ondanks de dronken kerels achter hen slagen de vrouwen er toch in om ook de derde  loopgraaf op de Duitsers te veroveren en een daarop volgende Duitse tegenaanval met de bajonet af te slaan.
In de steek gelaten door hun feestende drinkebroers, staan de vrouwen tijdens de nacht alleen in de verdediging van de loopgraaf tegenover de aanval van een overmacht aan omsingelende Duitsers. Lt. Kolonel Ivanov raakt zwaar gewond en het Vrouwenbataljon telt ook al zware verliezen. Het 9e Legerkorps, dat het regiment tijdig zou aflossen, is weer verzeild geraakt in een andere, oeverloze discussie en laat het afweten. De Duitsers drijven het Vrouwenbataljon in een onbesuisde terugtocht terug naar hun oorspronkelijke loopgraven van vertrek. Het 1e Russische Vrouwenbataljon des Doods telt na twee dagen uiteindelijk 50 doden en meer dan 100 gewonden.

Na de veldslag vindt Bochkareva zichzelf terug in een hospitaal achter de linies; zij lijdt aan “shell-shock”. Op een brancard wordt zij vervoerd naar Sint Petersburg, waar zij op het station als een held wordt ontvangen door Kerenski en andere hoogwaardigheidsbekleders.

Het Kerenski-Offensief is inmiddels een mislukking geworden door de gedisciplineerde aanvallen van de Duitse troepen op de alsmaar discussiërende Russische soldaten, die weigeren nog te vechten. Er vinden zelfs opnieuw tal van verbroederingen plaats, waarbij Russische soldaten in Duitse loopgraven met wat wodka feestjes vieren met Duitse soldaten.   

27 juli 1917 - Breuk met Kerenski

Op 27 juli is Bochkareva weer redelijk hersteld. Zij neemt die dag deel aan een verhitte discussie in de kamer van Kerenski in het Winterpaleis in Sint Petersburg. Kerenski wil de boel bij elkaar houden, laveren met de verscheidene, opstandige soldatenraden, en rekening houden met de sentimenten van de machtiger wordende Bolsjewieken. Generaal Kornilov, Rodzjanko, en Bochkareva dringen aan op een herstel van de tucht en discipline in het leger met de herintroductie van de pas afgeschafte doodstraf. Rodzjanko vindt daarom dat Kerenski onmiddellijk Kornilov tot opperbevelhebber met bijzondere volmachten moet benoemen om de orde in het leger te herstellen.

De discussie eindigt in een knallende ruzie, als Rodzjanko de wankelmoedige Kerenksi voor de voeten gooit, dat hij Rusland vernietigt, en dat hij verantwoordelijk is voor al het nodeloos verspilde bloed. Kerenski wijst hen allen woedend de deur. De breuk tussen Kerenski enerzijds en Kornilov en Rodzjanko anderzijds is een feit. Uiteraard is Bochkareva meteen bij Kerenski uit de gratie.   

3 augustus - Deelname Vrouwenbataljon aan Kornilov Coup

Door hun nog steeds aanwezige strijdlust hebben de vrouwen metterdaad ook de zijde van Generaal Kornilov gekozen. De  “Kornilovka’s” worden gewelddadig belaagd door de Bolsjewistische soldaten. Ook Bochkareva zelf ontkomt niet aan een vechtpartij met een grote groep mannen en wordt in elkaar geslagen.

Die vijandige houding van de mannelijke soldaten is mede gebaseerd op de deelname van het 1e Russische Vrouwenbataljon des Doods en de steun van Bochkareva aan Kornilov en haar betrokkenheid bij het verdere verloop van de Kornilov Coup in augustus.

Generaal Kornilov wil met zijn “Kornilovetz”-troepen een dictatoriale coup plegen en de revolutie de kop indrukken om zo de discipline te herstellen en de ingestorte strijd tegen de Duitsers weer opgang te brengen. Kornilov verklaarde onder andere: “Lenin en zijn Duitse spionnen zouden ze op moeten hangen!” Kornilov, Bochkareva’s  “Kornilovka’s” en anderen willen dus doorvechten. Hun vijanden, de Bolsjewieken, echter willen de strijd staken en met de Duitsers onderhandelen over een vredesverdrag.

De Bolsjewieken hebben Kornilov na zijn mislukte coupepoging gevangen gezet in de gevangenis van de Wit-Russische stad, Bikhov. Op 19 november ontsnapt Kornilov uit zijn gevangenschap dankzij de hulp van zijn bewakers, allemaal aanhangers van Kornilov, naar de Don-provincie om zich vervolgens aan te sluiten bij het Witte Leger van Generaal Michael Alekseyev.   

November 1917 - Ontbinding van het Vrouwenbataljon

In Oktober 1917 komt het Vrouwenbataljon nog een keer in actie bij Kreva. Het is allemaal tevergeefs , omdat de mannelijke soldaten, ook de artilleristen, het allemaal laten afweten. Na Kreva zijn er nog geen honderd vrouwen van het bataljon over.

Nadat in augustus Kornilov’s coup een mislukking is geworden en nadat later, op 8 November, Lenin’s Bolsjewieken aan de macht zijn gekomen, wordt het 1e Vrouwenbataljon des Doods vanwege hun steun aan Kornilov’s coup, en als typische “soldaten van het oude regime”,  ontbonden.

Na de Bolsjewistische machtsovername, de Oktoberrevolutie, wordt per decreet van 30 november 1917 het zwaar aangeslagen 1e Russische Vrouwenbataljon des Doods ontbonden. De tientallen vrouwen, die dan nog over zijn van het bataljon, worden tijdelijk overgeplaatst in het 1e Sint Petersburg Vrouwenbataljon des Doods.(9) 

Een andere, belangrijke reden voor de ontbinding zijn de alsmaar voortdurende incidenten met mannelijke, Bolsjewistische soldaten, die in tegenstelling tot de oorspronkelijke doelstelling van de oprichting van het bataljon, een vijandige houding blijven koesteren tegenover deze vrouwelijke, “Tsaristische” soldaten. 

Bochkareva ontmoet Lenin en Trotski

Even nog tracht Bochkareva politieke steun te verwerven voor haar Vrouwenbataljon in Sint Petersburg. Vanwege haar openlijke steun aan Kornilov en haar betrokkenheid bij zijn coup wordt zij bij aankomst op het station gearresteerd door een Rode Gardist en naar het Smolny Instituut, de zetel van het “Politburo”, gebracht.  Rode Gardisten leiden haar voor aan Lenin en Trotski zelf. Haar vleiend met haar heldendaden trachten de heren nog even om Bochkareva over te halen de zijde van de Bolsjewieken te kiezen. Maar tevergeefs. Ondanks haar weigering laten Lenin en Trostki haar toch gaan en verlenen haar toestemming om zich bij haar familie in Tutalsk ten westen van Tomsk te vestigen. Onderweg wordt zij bij het station van Tsjeliabinsk door een menigte van Bolsjewistische soldaten en passanten zodanig gemolesteerd, dat haar knie zich ernstig verdraait. 

Januari 1918 - Bochkareva en de Wit-Russische Contrarevolutie

In haar memoires vertelt Bochkareva, dat zij in Tutalsk op 7 januari 1918 een telegram heeft ontvangen van “Generaal X” met de tekst: “Kom. Je bent nodig.” Bochkareva vertrekt meteen via Moskou naar Sint Petersburg om daar op 18 januari aan te komen voor een ontmoeting op de volgende dag met deze Generaal X.

Daar vraagt hij haar te reizen naar Generaal Kornilov die op dat moment in de Kaukasus het bevel voert over het contrarevolutionaire, Wit-Russische Vrijwilligersleger.

Vermomd als non en met een vals paspoort onder de naam van Maria Leontievna Smirnova reist Bochkareva begin februari door de Rode linies naar het front bij Zverevo, waar de Roden zich opmaken voor een veldslag tegen de Witten. Verkleed als “baba” trekt zij met een boerenkar over het front om Generaal Kornilov daar in zijn hoofdkwartier te bereiken.

Kornilov ontvangt haar hartelijk, maar Bochkareva ziet dat hij slechts over 3.000 gedemoraliseerde mannen beschikt “tegenover een overmacht, die 20 maal groter is”.  Bochkareva weigert mee te vechten tegen andere Russen en vertrekt weer per boerenkar terug over de frontlijn, waarna zij gearresteerd wordt door Rode soldaten. Zij wordt opgesloten en door een soldatencomité ter dood veroordeeld. Op voorspraak van een mannelijke soldaat, die met haar had gevochten in 1915, krijgt Bochkareva toch uitstel van de Bolsjewieken en mag zij naar een militair tribunaal in Moskou vertrekken. Na 17 dagen cel spreekt het tribunaal haar vrij en geeft haar weer het recht geeft om zich vrij te bewegen. 

Maart – april 1918 - Bochkareva naar Amerika

In maart 1918 vertrekt zij weer naar Sint Petersburg, waar zij besluit om naar “de nieuwe bondgenoot, Amerika” te gaan om daar om hulp en steun te vragen in haar strijd tegen de Roden en de Duitsers. Zij krijgt 500 roebel van de Britse consul in Moskou voor de reis via de Transsiberische spoorweg naar Vladivostok. In die tijd wemelt het in Vladivostok van de Witten, die zich willen aansluiten bij de geallieerde legers. Daar zitten echter ook de Rode soldaten weer achter haar aan. In het geheim, verkleed als Engelse dame, en met hulp van de Britse consul vertrekt zij op 18 april 1918 vanuit Vladivostok, met het schip, de “Sheridan”, naar de Verenigde Staten.

Yashka in de Verenigde Staten 

Yashka arriveert in San Francisco. Met financiële steun van de Amerikaanse voorvechtster voor vrouwenrechten, Florence Harriman, maakt zij een tournee door de Verenigde Staten en doet onder andere New York en Washington aan, waar zij hartelijk ontvangen wordt door President Wilson. Zij smeekt hem tevergeefs om in Rusland tussenbeide te komen. Tijdens haar verblijf in New York dicteert zij haar herinneringen aan de Russische emigrant, Isaac Don Levine.

Na haar verblijf in de Verenigde Staten reist Bochkareva naar Engeland, waar zij ontvangen wordt door Koning George V. Het Britse Ministerie van Oorlog financiert haar terugreis naar Rusland. 

1920 - Executie Bochkareva

In augustus 1918 keert Bochkareva terug in de haven van Archangelsk om zich in april 1919 te vestigen in Tomsk. Vanwege haar contacten met de Witten en vanwege haar politiek activisme tijdens haar reis naar het buitenland arresteert Dzjerzinski’s Tsjeka Bochkareva in april 1920. De Bolsjewieken zenden haar naar Krasjnojarsk, waar zij vier maanden lang ondervraagd wordt. Omdat zij “een Vijand van het Volk is”, wordt zij ter dood veroordeeld. Een vuurpeloton van de Tsjeka executeert de 31-jarige Bochkareva op 16 mei 1920. 

Slot 

Wie op zoek gaat naar iemands motivatie om als vrouw in een volstrekte mannenwereld vrijwillig ten oorlog te trekken, ontmoet vaker nieuwe vragen op zijn weg dan antwoorden, schreef ik in mijn inleiding.

Bochkareva’s  slechte ervaringen met mannen dwongen deze jonge boerenmeid een vlucht naar voren te maken in de woelige en verwarrende tijden van de zomer van 1914. Haar beslissing is wellicht meer een combinatie geweest van hunkering naar persoonlijke vrijheid, een zucht naar avontuur, en prestatiedrang dan ingegeven door enig politiek benul. Dat politieke besef ontwikkelde Bochkareva later pas in 1915.

Als ex-vrouw van een banneling in Siberië was het zeker geen sympathie voor de Tsaar, die haar deed dienst nemen. Louter patriottisme en liefde voor het Vaderland, stelt Yashka zelf, was haar motivatie en daarnaast haar haat tegen de Duitsers.

Met uitzondering van een verlangen naar gelijkwaardigheid aan mannen begrijp ik nog steeds niet wat Yashka nu precies bewogen heeft om juist als eerste en enige de meest riskante en meest lastige weg binnen een mannenbolwerk naar boven te kiezen. Voor haar zelf lijkt haar loopbaan in een mannenbolwerk vanzelfsprekend geweest te zijn en in haar boek weidt zij helaas niet uit over dit aspect van haar bijzondere keuze. 

Tegenwoordig zijn vrouwen in het leger de normaalste zaak van de wereld. Bochkareva was, als eerste vrouwelijke soldaat in een modern leger en als oprichtster van het eerste Vrouwenbataljon, een icoon van de vrouwenrechtenbeweging, en had dat wellicht ook later kunnen blijven. Helaas is het vermoedelijk te wijten aan het verdoezelende stilzwijgen van de Sovjet-propaganda, en wellicht ook aan haar strenge discipline, dat Bochkareva tegenwoordig ook in kringen van de vrouwenrechtenbeweging verdwenen is in de vergetelheid. 

Pierre Grande Guerre - 2010 - 2016 

Voetnoten: 

(1) Maria Botchkareva: “Yashka: My Life as Peasant, Exile, and Soldier. As told to Isaac Don Levine” (1919)

(2) Het gaat dus niet om diefstal, zoals Wikipedia stelt, maar volgens Bochkareva zelf om het verstoppen van een “politieke misdadiger”.

(3) Wikipedia en andere bronnen stellen ook hier weer, dat Buk opnieuw was betrapt op diefstal. Waar deze bronnen dat op baseren is mij onbekend gebleven.

(4) Tegenwoordig het “Narochansky National Park”. 

(5) Later zal blijken dat er alleen al die dag nabij Brest 6.130 Russische krijgsgevangenen zijn gemaakt. De Duitsers zouden de Russen op 17 augustus 1915 over de Bug drijven. Waar Yashka over Duitsers spreekt, kan zij soms ook Oostenrijkers bedoelen, zoals destijds Duitse soldaten aan het Westelijk Front de Canadese soldaten en Australiërs over een kam schoren met “Engländer”.

(6) Alexandra Fjodorvna was van geboorte de Duitse prinses Alix von Hessen-Darmstadt.

(7) Aftreden Tsaar Nicolaas: 15 maart 1917. Vorming Voorlopige Regering: 2 maart 1917. Min. President, Vorst Vlov, Min. v. Oorlog, Goetsjkov, Min. v. Justitie, Alexander Kerenski. Op 5 mei 1917 wordt Kerenski Premier en Minister van Oorlog van de Tweede Voorlopige Regering.

(8) Lees hierover ook mijn artikel over de Duitser, Parvus Helphand, en “Lenin’s Treinreis”.

(9) Andere Vrouwenbataljons. Voor ik verder ga met het lot van Yashka Bochkareva moet ik zijdelings toch melden dat er, ondanks de latere ontbinding van het 1e Russische Vrouwenbataljon des Doods, later, ook nog andere Vrouwenbataljons zijn opgezet, zoals het “1e Sint Petersburg Vrouwenbataljon des Doods”, het “2e Moskou Vrouwenbataljon des Doods”, het “3e Kuban Vrouwen Stootbataljon”, en het “1eRussische Vrouwen Marine Detachement”. Deze bataljons zullen m.u.v. het “1e Sint Petersburg Vrouwenbataljon des Doods” echter nooit meer aan de strijd deelnemen tot aan hun ontbinding per decreet van 30 november 1917 van de nieuwe regering van Bolsjewieken. Een aantal leden van dit 1e Sint Petersburg Vrouwenbataljon des Doods is op 7 november 1917 nog wel betrokken geweest bij de verdediging van het Winterpaleis in Sint Petersburg. Het moet gezegd worden, dat de Vrouwenbataljons weinig erkenning en steun hebben ervaren van de legerleiding. In moreel opzicht, maar ook in materieel opzicht zijn de Vrouwenbataljons aan hun lot overgelaten met een uitrusting, die samengesteld was uit afdankertjes en verouderde wapens. Zie verder Wikipedia: “Womens Battalion of Death”.

(10) Kerenski Offensief: 1 tot en met 3 juli 1917. Bronnen variëren de data, vermoedelijk vanwege de verwarring destijds van de internationale kalender met de Russische, Juliaanse kalender van destijds. Isaac Don Levine bijvoorbeeld noteert 7 juli i.p.v. 1 juli. Het verschil tussen de kalenders is echter 12 dagen. Zo vond de Oktoberrevolutie in de Juliaanse kalender op 25 oktober plaats en in onze kalender op 7 november. 

Bronnen:

-     Maria Botchkareva: “Yashka: My Life as Peasant, Exile, and Soldier. As told to Isaac Don Levine” (1919). HIER als pdf-file te downloaden.

-     Karel van het Reve: “Rusland hoe het was” (1976, ISBN 90 254 2051 6).

-     Susan R. Sowers, USA Army Officer: “Women Combatants In World War 1; A Russian Case Study” (2003) - Klik HIER

-     S.J. Duncan-Clark: “A Pictorial History of the Great War”(1919)

-     Lord Edward Gleichen: “Chronology of the Great War1914-1918”(1918-1920)

-     John Keegan: “De Eerste Wereldoorlog” (1998, ISBN 90-467-0384-3)

-     H.P. Willmott: “De Eerste Wereldoorlog” (2004, ISBN 90 774 4503 x)

-     Diverse Wikipedia lemma’s in verscheidene talen en andere bronnen.

by Pierre Grande Guerre 29 November 2019
by Pierre Grande Guerre 14 November 2019

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion

Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.

In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog  is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.  

Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

by Pierre Grande Guerre 1 October 2019

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.

After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.

by Pierre Grande Guerre 18 September 2019
Though we depart from Badonviller in the Northern Vosges , we make a jump northward to the east of Lunéville and Manonviller. We start at Avricourt on the border of Alsace and Lorraine. From the Avricourt Deutscher Soldatenfriedhof we explore the southern Lorraine battlefields ; the mine craters of Leintrey , the Franco- German war cemetery and Côte 303 at Reillon , and some German bunkers near Gondrexon , Montreux , and Parux.
by Pierre Grande Guerre 13 September 2019
We depart from Raon-l’Etape to drive northward via Badonviller to Montreux to visit the  "Circuit du Front Allemand 14-18", the  Montreux German Front Walk 14-18,  with its trenches , breastworks , and at least twenty bunkers.
by Pierre Grande Guerre 8 September 2019
North-east of Nancy, east of Pont-à-Mousson, and south-east of Metz we visit the battlefields of the Battle of Morhange of 14 until 20 August 1914. We follow mainly topographically the route of the French advance eastward over the Franco-German border of 1871-1918.
During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.
by Pierre Grande Guerre 5 September 2019
South of Manhoué we start this trip at Lanfroicourt along the French side of the Franco-German 1871-1918 border, marked by the meandering Seille river. We visit some French bunkers  in Lanfroicourt, near Array-et-Han and in Moivrons. From there we go northward to the outskirts of Nomeny and the hamlet of Brionne to visit the ( second ) memorial, commemorating the events in Nomeny of 20 August 1914. We continue westward to finish at the Monument du Grand Couronné at the Côte de Géneviève, a former French artillery base, which offers several panoramic views over the battlefield.
by Pierre Grande Guerre 28 August 2019
North of Pont-à-Mousson and south of Metz, we explore the relics of German bunkers and fortifications along the Franco-German 1871-1918 border. We start at Bouxières-sous-Froidmont to visit the nearby height of the Froidmont on the front line. This time we will show only a part of the Froidmont, focusing on its military significance.  From the Froidmont we continue via Longeville-lès-Cheminot and Sillegny to the “Forêt Domaniale de Sillegny” to explore some artillery ammunition bunkers. Next we continue to Marieulles for its three interesting bunkers and to Vezon for its line of ammunition depot bunkers. From Vezon we continue to the “Deutscher Kriegsgräberstätte Fey – Buch”. From Fey we go eastward, passing 6 bunkers near Coin-lès-Cuvry to finish our trip at the top construction of the “Feste Wagner” or “Fort Verny”, north of Verny.
by Pierre Grande Guerre 25 August 2019

From Badonviller or the Col du Donon we continue north-eastward for a visit to an extraordinarily well restored sample of German fortifications:  the Feste Kaiser Wilhelm II, or Fort de Mutzig,  lying on a height, some 8 km. away from the 1871-1918 Franco-German Border.

by Pierre Grande Guerre 23 August 2019
We concentrate on the German side of the front around "Markirch", Sainte Marie-aux-Mines, the so-called "Leber" front sector . We first pay a visit to the Sainte-Marie-aux-Mines Deutscher Soldatenfriedhof, and next to the southern side of the Col de Ste. Marie for the many interesting bunkers of the German positions at the Bernhardstein, at the north-eastern slopes of the Tête du Violu. On the next photo page about the Haut de Faîte we will continue with a visit to the northern side of the pass and the "Leber" sector.
More posts
Share by: