De “Zabern-Affäre” - De Affaire van Saverne 

  • by Pierre Grande Guerre
  • 30 May, 2019

DUTCH Page - Artikel d.d. 30 januari 2010

Inleiding
Bij bovenstaande afbeelding van Hansi staat in zijn boek, “L'Histoire d'Alsace racontée aux petits enfants par l'oncle Hansi”, als bijschrift: “Hoe in Saverne, veertig jaar na de annexatie, Herr Oberleutnant v. Forstner gaat winkelen voor een tablet chocolade”.(1) Hansi’s tekening refereert aan een reeks van volksoploopjes rond deze Oberleutnant von Forstner, die zich eind 1913 afspeelde in het Elzasser stadje, Saverne, dat in die tijd 9.000 inwoners telt. Dit volksoploopje en andere opstootjes rond de “Oberleutnant” zouden leiden tot veel ophef over wat later de “Zabern-Affäre” zou gaan heten. Over deze interessante “Affaire de Saverne” heb ik maar nog eens een en ander uitgezocht. Het verhaal over de opstootjes vertelt ons veel over de spanningen, negen maanden voor het uitbreken van de Grote Oorlog, tussen de Franse Elzassers aan de ene kant en aan de andere kant hun starre bezetters, zoals de Franse bevolking in die tijd de Duitse autoriteiten ervoer.

Beknopte geschiedenis Elzas
Om de tekening van “Oberleutnant von Forstner”  goed te kunnen duiden, schets ik nu eerst in een beknopt overzicht de geschiedenis van de Elzas.
Behoorde Elzas-Lotharingen oorspronkelijk tot het Heilige Roomse Rijk, bij de  Vrede van Westfalen van 1648 wordt het gebied toegewezen aan Frankrijk. Aan het einde van de Frans-Pruisische oorlog annexeert von Bismarck Elzas-Lotharingen in het nieuwe Keizerrijk Duitsland. In tegenstelling tot de andere deelstaten van het Keizerrijk staat het “Reichsland Elsaß-Lothringen” vanaf de annexatie onder direct bestuur van Berlijn met een status vergelijkbaar met die van een kolonie. Pas in 1911 zou Elzas-Lotharingen bijna gelijkgesteld worden aan de andere deelstaten van het Keizerrijk met de instelling van een “Landtag” van twee Kamers.

 “Reichsland Elsaß-Lothringen”
In 1871 voeren de Duitse autoriteiten in het “Reichsland Elsaß-Lothringen”, onmiddellijk Duitse wetten in, die uiteraard ook gelden voor de Franstalige bevolking van de Elzas. De Franse bevolking krijgt tot oktober 1872 nog een keus: Duitser worden of anders vertrekken naar Frankrijk. Van de bijna anderhalf miljoen Fransen in de Elzas kiezen bijna 160.000 mensen ervoor om de Elzas te verlaten naar Frans grondgebied.
De grondstoffen en de industriële rijkdom behoren voortaan aan het Keizerrijk. De ambtelijke taal is voortaan Duits, scholen zijn verplicht uitsluitend in het Duits te onderwijzen, Franse reclameborden of andere Franstalige uitingen zijn in het openbaar verboden. De leden van de Franse bevolking zijn uitgesloten van openbare functies. De pers staat onder censuur. Franstalige mannen zijn onderworpen aan de Duitse dienstplicht.

“Germanisierungs- und Assimilationsversuchen”
De Duitsers beschouwen de Franse bevolking van de Elzas als een soort “Untermenschen”. Typerend voor deze houding is wel de opmerking van Generaal von Gaede, die later nog tijdens de Grote Oorlog in 1916 in Kaysersberg zei: “Das Land gefählt mir, aber die Bevölkerung muss vernichtet werden”.(2) Voor het uitbreken van de Grote Oorlog beschouwen veel Duitse militairen al de Elzas dan ook als “Feindesland”. (3)
Vanaf 1872 bevordert de Duitse regering met “Germanisierungs- und Assimilationsversuchen” de immigratie van Duitsers uit andere delen van het Keizerrijk. Volgens een van mijn bronnen, de Frans patriottische, Elzasser pater, Abbé E. Wetterlé, groeit na 42 jaar van annexatie de bevolking in de Elzas door de immigratie van ongeveer 400.000 Duitse inwoners in 1871 naar 1.800.000 Duitse inwoners in 1914. (4)

“A la chienlit!”
Op Hansi’s tekening, “Hoe in Saverne, veertig jaar na de annexatie, Herr Oberleutnant v. Forstner gaat winkelen voor een tablet chocolade”, zien wij de uitgelopen bevolking van Saverne joelen om de “Oberleutnant”, die eigenlijk slechts een Tweede Luitenant was. Met veel vertoon doet hij zijn boodschappen, begeleid door een escorte van vijf gewapende soldaten met de bajonet op het geweer. De Franse bevolking volgt hem overal, waar hij heen gaat. De Franse kinderen in de tekening, die de Luitenant bespotten, jouwen volgens Abbe Wetterlé de officier na met: “à la chienlit!” (5) Andere jongeren roepen de officier na met: “Ik ben ook een Wackes!” en met: “Hé-la! Zeg eens, wat kost de huid van een Elzasser? Tien Mark!”
Hoe heeft het ooit zover kunnen komen, dat de jeugdigen van Zabern deze jonge Luitenant zo brutaal bespotten?

Von Forstner beledigt de Elzassers: “Wackes!”
Op 28 oktober 1913 begint het Schandaal van Saverne. De negentienjarige blaag, Tweede Luitenant, Günter Freiherr von Forstner (1893-1915), spreekt in de kazerne van het garnizoen van Zabern, zijn rekruten toe van het 99e Infanterie Regiment, waaronder ook Franstalige dienstplichtigen zich bevinden:
Wenn Sie angegriffen werden, dann machen Sie von Ihrer Waffe Gebrauch; wenn Sie dabei so einen Wackes  niederstechen, dann bekommen Sie von mir noch zehn Mark.“(6)
 “Wackes“ is een Duits, beledigend scheldwoord voor een Franse Elzasser, dat zoveel betekent als dief en zwerver. Volgens de eerwaarde pater, voegt de Luitenant tijdens zijn rede eraan toe, dat hij tien Mark betaalt aan degene, die hem “een huid brengt van die dieven.” Zijn onderofficier zou erbij verklaard hebben: “En ik, ik doe er nog eens 3 Mark bovenop!”. Zo had de Luitenant ook al voor deze toespraak de gewoonte om zijn Franstalige dienstplichtigen zich te laten presenteren met de woorden: “Ik ben een “Wackes”.”

Een aantal van deze verontwaardigde, Franstalige soldaten, stappen naar de plaatselijke kranten en doen hun beklag over de provocaties van de Luitenant. Op 6 november 1913 publiceren de kranten, de “Elsässer“, en de  “Zaberner Anzeiger“, over wat er zich allemaal binnen de kazernemuren van Zabern afspeelt rondom von Forstner. De berichten van de “Elsässer“ en de  “Zaberner Anzeiger” neemt de Duitse pers al spoedig over. Zo valt ook te lezen, dat de Luitenant over de werving door Franse agenten voor het Vreemdelingenlegioen zou opgemerkt hebben: “De deserteurs, die zich bij het Vreemdelingenlegioen hebben aangemeld, hebben geen andere eer dan te dienen onder de plooien van de Franse vlag. Maar als je het mij vraagt, kunnen jullie schijten op die Franse vlag!”

Krantenberichten en opstootjes
Tijdens de dagen, die volgen op deze krantenberichten, vinden er in allerlei plaatsen in de Elzas-Lotharingen kleine volksopstootjes plaats uit protest tegen de “Pruisische behandeling”; in Metz, in Colmar en in Straatburg, waar zelfs nog enige burgers gewond raken.
Tijdens de nacht van 9 op 10 november “belegert” een joelende menigte weer de kazerne in Zabern. De onderprefect Mahl en de locoburgemeester Knöpfler bevelen de brandweer de menigte met bluswater uiteen te spuiten, maar op het moment dat de brandweerlui tot actie willen overgaan, blijken de brandslangen doorgesneden te zijn. Niettemin verspreidt de menigte zich toch en is de orde weer tijdelijk hersteld.
Even nog probeert de gematigde “Statthalter des Reichslandes”, Karl von Wedel, de regimentscommandant, Kolonel von Reuter en zijn superieur, Generaal von Deimling, te overtuigen de tactloze Luitenant vanwege alle ophef over te plaatsen. Maar deze officieren wijzen von Wedel’s voorstel af; Aus Sicht der Militärs war dies jedoch mit der Ehre und dem Ansehen der Armee nicht vereinbar.“(7)
Uiteindelijk wordt Leutnant von Forstner op 11 november veroordeeld tot zes dagen huisarrest. Het woord “Wackes“ zwakken de Duitse autoriteiten in Straatsburg af; het woord zou niets meer betekend hebben dan “oproerkraaier“.
Elf dagen later arresteren de Duitse autoriteiten tien leden van de 5de Compagnie van het 99e I.R. vanwege het breken van hun militaire geheimhoudingsplicht en het lekken naar de pers.
Ondanks de arrestatie van deze verklikkers gaat ondertussen het Franse oproer in de Elzas gewoon door. In allerlei stadjes en dorpjes vinden spontane, vreedzame protesten plaats.

Leutnant von Forstner koopt chocolade en sigaretten
Na zes dagen huisarrest gaat Leutnant von Forstner op 18 november weer ostentatief op straat in Zabern om chocolade en sigaretten te gaan kopen. De garnizoenscommandant heeft bevolen dat hij vergezeld wordt van een escorte van vier (!) gewapende soldaten. (8) Het opvallende verschijnen van de Luitenant en zijn escorte lokt nieuwe oploopjes uit van de Franse Elzassers. Zoals ik al schreef, laten vooral de jongeren zich horen. De plaatselijke politie kijkt lijdzaam toe. Dit moment heeft Hansi dan ook verbeeld in bovenstaande tekening van de “Oberleutnant”, op het hoogtepunt van de “Affaire de Saverne”. Maar met deze gebeurtenis is deze affaire nog lang niet voorbij.

Direktor Mahler weigert in te grijpen
Generaal von Deimling draagt Kolonel von Reuter op om “den Vorsitzenden der lokalen Zivilverwaltung, Direktor Mahler“ onder druk te zetten om maatregelen te nemen tegen de oproerkraaiers en om met de politie de openbare orde te herstellen.
Mahler, die heimelijk met de Franse bevolking sympathiseert, weigert deze opdracht met als reden dat de relschoppers zich tot nu toe vreedzaam hadden gedragen en dat zij nog niet de wet hadden overtreden.

De situatie loop uit de hand
Als de tactloze Luitenant von Forstner zich op 28 november weer buiten vertoont, verzamelt zich opnieuw een menigte voor de kazerne. Opnieuw scanderen de jongeren: “A la chienlit!” Oberst van Reuter beveelt de commandant van de wacht, Tweede Luitenant Schadt, de menigte uiteen te drijven en desnoods op de menigte te schieten. Schadt beveelt de menigte drie maal zich te verwijderen. Dreigend met hun geweren verdrijven Schadt’s soldaten vervolgens de weigerachtige burgers van het plein voor de kazerne een zijstraat in. Daar beginnen zij lukraak demonstranten te arresteren.
Onder de gearresteerden bevinden zich drie rechters en een officier van justitie, die per ongeluk in de menigte zijn terecht gekomen bij het verlaten van het nabij liggende gerechtsgebouw. Zesentwintig mensen worden opgesloten in de kolenkelder, de zogenaamde “Pandurenkeller van het “Schloss Rohan”, dat vanaf 1890 tot en met 1918 als kazerne dienst deed.
Op dezelfde dag stuurt de gemeenteraad van Zabern een telegram aan de regering in Berlijn, waarin zij protesteert tegen de willekeurige arrestaties van haar burgers.
 
Op aanwijzing van een informant doorzoeken de soldaten vervolgens ook de kantoren van de kranten, die Forstner’s grofheden bekend maakten. In de stad wordt de staat van beleg afgekondigd, waarbij het burgerlijk bestuur aan de kant wordt geschoven. Kolonel von Reuter laat op straat soldaten patrouilleren met de bajonetten paraat op het geweer, en hij laat machinegeweren opstellen op belangrijke straathoeken.

Overleg met de Kaiser
De gematigde “Reichsstatthalter”, Karl Graf von Wedel, maakt zich bezorgd over deze gebeurtenissen en neemt contact op met Kaiser Wilhelm II om hem om persoonlijke ruggespraak te verzoeken. Von Wedel maakt zich zorgen over de buitenproportionele maatregelen van het leger en beschouwt hun ingrijpen en bemoeienis met burgers als onwettig.
Vanaf 30 november overlegt de legerleiding, waaronder Minister van Oorlog, Generaal von Falkenhayn en Generaal von Deimling, die verantwoordelijk is voor het “Reichsland”, met de Kaiser in Donaueschingen. Zes dagen lang duren deze besprekingen. Maar uiteindelijk blijft de Kaiser achter de beslissing staan van Von Deimling. Vanaf 1 december wordt de staat van beleg in Zabern verder voortgezet.

Demonstraties
Op 30 november demonstreren in Mulhouse 3.000 SPD-leden tegen het eigenmachtige en willekeurige optreden van het leger. In een resolutie noemen zij de Staat een militaire dictatuur en dreigen zij met stakingen. De Duitsers arresteren die dag in Mulhouse opnieuw Elzasser burgers.
Op 2 december vindt er een militaire oefening plaats in het dorpje Detwiller, vlakbij Zabern. Langs de kant van de hoofdstraat staat onder andere een half verlamde schoenmakersknecht met de naam Blanck te kijken, die in spottend lachen uitbarst over de verschijning van de blaag, von Forstner. Andere toekijkers vallen hem bij met hun spottend gelach. Von Forstner voelt zich kennelijk zodanig beledigd, dat hij zijn soldaten beveelt de mensen uit elkaar te drijven. De soldaten grijpen de schoenmakersknecht in zijn kraag en brengen hem naar von Forstner. Terwijl de schoenmaker, die door twee soldaten wordt vastgehouden, pleit dat hij onschuldig is, slaat von Forstner hem met zijn sabel op zijn hoofd, een diepe wond achterlatend. De schoenmakersknecht stort met bloedend hoofd neer. Deze nieuwe daad van agressie van de Luitenant laat de gespannen sfeer verder escaleren.
 
Forstner wordt aanvankelijk op 19 december veroordeeld door een militaire rechtbank van eerste aanleg tot een gevangenisstraf van 43 dagen. In beroep wordt dit vonnis opgeheven. De militaire rechter oordeelt dat de Luitenant gehandeld heeft uit noodweer, en dat de knecht zich schuldig heeft gemaakt aan hoogverraad en majesteitsschennis. In militaire kringen stijgt de populariteit van de jonge Luitenant nog meer, omdat hij met zijn gewelddadige actie de eer van het leger verdedigd heeft.

Onrust in Duitsland
Minister van Oorlog von Falkenhayn
Op 3 december slaat de onrust over naar de andere deelstaten van Duitsland. Op die dag roept de partijleiding van de SPD haar achterban op om massaal te demonstreren. Vier dagen later vinden er in 17 steden in Duitsland demonstraties plaats tegen de militaire willekeur en machtsmisbruik.De demonstranten eisen het aftreden van “Reichskanzler” von Bethmann Hollweg en Minister van Oorlog, von Falkenhayn. Er ontstaat een ware volksbeweging tegen het militarisme en tegen de onderdrukking van de minderheden binnen het keizerrijk.

Onrust in de “Reichstag”
In de “Reichstag” ligt Kanselier von Bethmann Hollweg op dezelfde dag onder een verwijtend vragenvuur van volksvertegenwoordigers van de SPD, “Das Zentrum”, en de “Fortschrittliche Volkspartei”. Von Bethmann Hollweg weet zich zichtbaar geen raad tijdens dit debat, maar Minister van Oorlog, von Falkenhayn, verweert zich krachtig door het op te nemen voor von Forstner en vooral door de pers te beschuldigen van het feit dat zij dit voorval zo heeft opgeklopt.
De volgende dag zet de “Reichstag” het debat voort, dat eindigt met een Motie van Afkeuring. (10) Vier onthoudingen, en 54 tegenstemmen van de conservatieve partijen van de Junkers-stand houden deze motie niet tegen. Een meerderheid van 293 voorstemmen keurt het beleid van de regering af, dat “niet in overeenstemming is met de zienswijze van de “Reichstag””.(11) Von Bethmann Hollweg slaat deze motie af en weigert af te treden met als argument dat de Rijksgrondwet voorschrijft, dat alleen de Keizer de Kanselier kan benoemen of ontslaan, en niet het parlement.
Op 9 december tracht de SPD nog eens met een motie de Kanselier tot aftreden te dwingen, maar deze motie behaalt geen meerderheid. Omdat Kaiser Wilhelm II de dreigende uitbreiding van de macht van het parlement hoe dan ook binnen de perken wil houden, handhaaft hij toch de wankelende von Bethmann Hollweg als kanselier. Daarmee was in politiek opzicht de affaire afgesloten.

Telegram Kroonprins Wilhelm
Tijdens de jaarwisseling betuigt zelfs Kroonprins Wilhelm zijn solidariteit met von Deimling en von Reuter door hen een bemoedigend telegram te sturen met de opbeurende woorden: “Immer feste druff!“.  (12)

Von Reuter en Schadt voor de Krijgsraad
Op 5 januari 1914 begint in Straatsburg de rechtszaak van de militaire rechtbank tegen de officieren von Reuter en Schadt. Op 10 januari worden zij vrijgesproken. Volgens het vonnis hadden de officieren zich niet schuldig gemaakt aan het eigenmachtig optreden als burgerpolitie. De rechtbank verontschuldigt het eigenmachtige optreden van de soldaten, en legt de verantwoordelijkheid voor de incidenten neer bij de burgeroverheid, die zelf maar tijdig had moeten zorgen om de openbare orde te bewaren. De rechtbank baseert zich tevens op een Pruisische wet uit 1820, waarin geregeld is dat de militaire autoriteiten met geweld mogen ingrijpen, als de burgeroverheid niet in staat is de orde te bewaren. In triomf verlaten de officieren en hun militaire aanhang het gerechtsgebouw; de onaantastbaarheid van het Keizerlijke leger is een feit geworden.

Nasleep
Natuurlijk gaan er na afloop van de “Zabern-Affäre” , die zoveel maatschappelijke ophef had veroorzaakt in Duitsland, ook Duitse koppen rollen van vooraanstaande bestuurders. Op 31 maart moet de staatssecretaris voor het Ministerie voor het Rijksland, Hugo Freiherr Zorn von Bulach, ontslag nemen. Op 18 april neemt de “Reichsstatthalter”, Karl von Wedel, gedwongen ontslag.
Leutnant von Forstner werd uiteindelijk toch maar overgeplaatst naar het 14e I.R. om later in 1915 te sneuvelen aan het Oostelijk Front. Leutnant Schad werd overgeplaatst naar het 85e Fusiliere Regiment, zou de oorlog overleven, maar nooit verder bevorderd worden dan Oberleutnant.
 
Over het uiteindelijke lot van de verklikkers, de rechters, de Officier van Justitie, schoenmaker Blanck, en alle andere gearresteerde burgers laten mijn bronnen mij in het ongewisse.
In de Elzas zelf reageert de Franse bevolking teleurgesteld over de starre, onverzoenlijke houding van de Duitsers. De Franse burgers voelen zich zonder enige bescherming door wet en burgeroverheid overgeleverd aan de willekeur van het leger.
De Tweede Kamer van de “Landtag” van Elzas-Lotharingen neemt tevergeefs op 14 januari 1914 nog een resolutie aan. De resolutie verdedigt het beleid van de burgeroverheid en veroordeelt de militaire acties in Zabern en de vrijspraak van von Reuter.
Niettemin heeft deze “Affaire de Saverne” een nog grotere anti-Duitse houding achtergelaten bij de Franse bevolking, dan deze al had. De geest van verzet onder de Franse bevolking was niet gebroken, maar alleen nog meer aangewakkerd. Het wantrouwen naar de Duitse overheersers is nu wijd verbreid. Bij het uitbreken van de oorlog bestaat er dan ook geen twijfel meer bij de bevolking om hun Franse “Bevrijders” met raad en daad te steunen.

Slot
Ook al mag de tekening van Hansi voor kinderen gemaakt zijn, zijn eenvoudige karikatuurtekening blijkt dus een momentopname te zijn van een roerige periode in de Elzas, die zelfs de Kaiser, de Kanselier, en de “Reichstag” in Berlijn bereikte. Een jonge blaag van een officiertje trekt tactloos zijn grote bek open, wordt hardnekkig gesteund door zijn superieuren, waardoor uiteindelijk de al wankele positie van de kanselier onder druk komt te staan. Het Duitse leger is nooit bezig geweest met het winnen van de harten van de Elzassers, maar men was slechts uit om zijn superieure positie over de burgers te behouden.
De Elzassers waren definitief het Pangermanisme en het Pruisische Militarisme helemaal beu; een irritatie die nog lang zou voortwoekeren. Tussen de Fransen en de Duitsers in de Elzas is het pas goed gekomen ver na de Tweede Wereldoorlog. De twee bevolkingsgroepen hebben zich tegenwoordig verzoend en vermengd; zij leven nu tezamen in welvaart en in vrede. Maar er zijn nog altijd mensen in de Elzas die hun anti-Duitse sentimenten nog steeds niet helemaal verteerd hebben.

Pierre

TIP
: Lees mijn rijk geïllustreerde lezing over Hansi en zijn patriottische boeken: “Oom Hansi - Kindervriend en Moffenhater".

VOETNOTEN
 
(1) Jean-Jaques Waltz, Hansi: “Geschiedenis van de Elzas, verteld aan kinderen door Oom Hansi”
In het Frans luidt de tekst van het bijschrift van Hansi:
“Comment à Saverne, quarante-deux ans après l'annexion, Herr Oberleutnant v. Forstner fit l'emplette d'un paquet de chocolat”
(2) “Het land bevalt me wel, maar de bevolking moet vernietigd worden.”
(3) “Vijandenland”
(4) Abbé E. Wetterlé: “L’Alsace et la Guerre” (1919)
(5 “Naar je hondenmand!”
(6) “Wanneer jullie aangevallen worden, dan maak je gebruik van jouw wapen; als je daarbij zo’n “Wackes” neersteekt, dan krijg je van mij 10 Mark extra.“
(7) “Vanuit militair standpunt gezien was dit niet verenigbaar met de Eer en het Aanzien van het leger.”
(8) Cartoonist Hansi was niet alleen bekwaam in de kunst der karikaturale overdrijving in zijn teksten, maar ook in zijn illustraties; de “Oberleutnant was een “gewone”, Tweede Luitenant en het escorte in de tekening bestond niet uit 5 maar uit 4 man.
(9) “Voorzitter van de lokale burgeroverheid”.
(10) “Missbilligungsvotum“, “Paragraf 33a der Geschäftsordnung des Reichstags“.
(11) „… nicht der Anschauung des Reichstages“.
(12) “Altijd standvastig erboven op!“ Het telegram kwam destijds in de openbaarheid dankzij een Frans-Elzassische postbeambte.
 
Bronnen:
-     Hansi: “L'Histoire d'Alsace racontée aux petits enfants par l'oncle
                  Hansi” (1920)            
-     Prof. Charles Downer Hazen: “Alsace-Lorraine under German Rule” (1917)
-     Abbé E. Wetterlé: “L’Alsace et la Guerre” (1919)
-     Col. J.& J. Robinson: “Handbook of Imperial Germany”.(2009)
-     Lemma’s Franse en Duitse Wikipedia.
-     "Simplicissimus" (1913-1914) en de gedichten van "Peter Schlemihl"!
by Pierre Grande Guerre 29 November 2019
by Pierre Grande Guerre 14 November 2019

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion

Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.

In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog  is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.  

Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

by Pierre Grande Guerre 1 October 2019

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.

After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.

by Pierre Grande Guerre 18 September 2019
Though we depart from Badonviller in the Northern Vosges , we make a jump northward to the east of Lunéville and Manonviller. We start at Avricourt on the border of Alsace and Lorraine. From the Avricourt Deutscher Soldatenfriedhof we explore the southern Lorraine battlefields ; the mine craters of Leintrey , the Franco- German war cemetery and Côte 303 at Reillon , and some German bunkers near Gondrexon , Montreux , and Parux.
by Pierre Grande Guerre 13 September 2019
We depart from Raon-l’Etape to drive northward via Badonviller to Montreux to visit the  "Circuit du Front Allemand 14-18", the  Montreux German Front Walk 14-18,  with its trenches , breastworks , and at least twenty bunkers.
by Pierre Grande Guerre 8 September 2019
North-east of Nancy, east of Pont-à-Mousson, and south-east of Metz we visit the battlefields of the Battle of Morhange of 14 until 20 August 1914. We follow mainly topographically the route of the French advance eastward over the Franco-German border of 1871-1918.
During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.
by Pierre Grande Guerre 5 September 2019
South of Manhoué we start this trip at Lanfroicourt along the French side of the Franco-German 1871-1918 border, marked by the meandering Seille river. We visit some French bunkers  in Lanfroicourt, near Array-et-Han and in Moivrons. From there we go northward to the outskirts of Nomeny and the hamlet of Brionne to visit the ( second ) memorial, commemorating the events in Nomeny of 20 August 1914. We continue westward to finish at the Monument du Grand Couronné at the Côte de Géneviève, a former French artillery base, which offers several panoramic views over the battlefield.
by Pierre Grande Guerre 28 August 2019
North of Pont-à-Mousson and south of Metz, we explore the relics of German bunkers and fortifications along the Franco-German 1871-1918 border. We start at Bouxières-sous-Froidmont to visit the nearby height of the Froidmont on the front line. This time we will show only a part of the Froidmont, focusing on its military significance.  From the Froidmont we continue via Longeville-lès-Cheminot and Sillegny to the “Forêt Domaniale de Sillegny” to explore some artillery ammunition bunkers. Next we continue to Marieulles for its three interesting bunkers and to Vezon for its line of ammunition depot bunkers. From Vezon we continue to the “Deutscher Kriegsgräberstätte Fey – Buch”. From Fey we go eastward, passing 6 bunkers near Coin-lès-Cuvry to finish our trip at the top construction of the “Feste Wagner” or “Fort Verny”, north of Verny.
by Pierre Grande Guerre 25 August 2019

From Badonviller or the Col du Donon we continue north-eastward for a visit to an extraordinarily well restored sample of German fortifications:  the Feste Kaiser Wilhelm II, or Fort de Mutzig,  lying on a height, some 8 km. away from the 1871-1918 Franco-German Border.

by Pierre Grande Guerre 23 August 2019
We concentrate on the German side of the front around "Markirch", Sainte Marie-aux-Mines, the so-called "Leber" front sector . We first pay a visit to the Sainte-Marie-aux-Mines Deutscher Soldatenfriedhof, and next to the southern side of the Col de Ste. Marie for the many interesting bunkers of the German positions at the Bernhardstein, at the north-eastern slopes of the Tête du Violu. On the next photo page about the Haut de Faîte we will continue with a visit to the northern side of the pass and the "Leber" sector.
More posts
Share by: