Hoe Sgt. Kunze het Fort de Douaumont veroverde
- by Pierre Grande Guerre
- •
- 26 Mar, 2019
- •
Dutch Page - 25 February 2009

Het Fort Douaumont was op 25 februari 1916 helemaal geen veroveringsdoel voor het Brandenburger 24ste Infanterie Regiment van Generaal von Lochow's 3de Legerkorps. De Brandenburgers hadden die besneeuwde middag moeten stoppen op 750 meter afstand ten noordoosten van het fort om het eventueel aan het 12de Regiment Grenadiers over te laten.
Het fort was buitengewoon slecht bezet met een groep van 56 Territoriale kanonniers onder commando van Sergeant-majoor Chenot. Met uitzondering van de kanonnen in de geschutskoepels waren vrijwel alle kanonnen verwijderd om later in te zetten bij de al geplande Slag aan de Somme, die pas in de zomer van 1916 zou uitbreken.


Kunze keert nu met zijn laatste gevangene terug naar de kamer van zijn opgesloten gevangenen, die plotseling leeg blijkt te zijn. Ondertussen hebben 4 andere Franse kanonniers het vuren met het tot hun verbazing verlaten 155 mm-geschut weer hervat.
Vijf minuten na Radtke's aankomst in het fort, rukt de 7de compagnie van kapitein von Haupt op naar het fort. Von Haupt laat op de top van het fort nog een artillerievlag zwaaien om de Duitse artillerie te laten stoppen met vuren. Von Haupt weet Kunze's 26 ontsnapte gevangenen weer in te sluiten evenals de Commandant Chenot en de vier kanonniers. Rond half vijf is het fort al eigenlijk gevallen zonder dat er een schot is gelost. Von Haupt organiseert de verdediging van het fort tegen een eventuele Franse tegenaanval.


Om vijf minuten voor half zes zendt von Haupt von Brandis op weg om rapport over de verovering van het fort uit brengen in het bataljonshoofdkwartier aan Majoor von Klüfer. Von Brandis krijgt toestemming om dit goede nieuws naar het regimentshoofdkwartier te brengen. Daar eist von Brandis nogmaals alle eer voor de overwinning op voor von Haupt en hemzelf.
Slechts von Haupt en von Brandis worden op 14 maart 1916 al voor de verovering van Fort Douaumont onderscheiden met hoogste Duitse onderscheiding, "Pour le Mérite". Radtke, die niet van adel was, moest nog tijden wachten op erkenning en kreeg later op voorspraak van Majoor von Klüfer alsnog een IJzeren Kruis. Sergeant Kunze, die toch het eerst in het fort aanwezig was, heeft nooit een onderscheiding ontvangen. Pas 20 jaar later na een grondig onderzoek van Majoor von Klüfer o.a. in de Reichsarchive en ondanks zijn plichtsverzuim, wordt Kunze uit dank voor zijn verdiensten gepromoveerd van politieagent tot politie-inspecteur. Radtke ontvangt als late erkenning alsnog een gesigneerd portret van de Duitse Kroonprins.
Pierre
(*) Over deze aantallen krijgsgevangenen lopen de bronnen nogal uiteen. Het gaat uiteindelijk om een bezetting van slechts 56 tot 63 Franse officieren en soldaten.
Bron: o.a. maar vooral Alistair Horne's "De Prijs van Eer" uit 1962 (ISBN 90-8549-002-2), vanaf pagina 114 tot en met 130.

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion
Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.
In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.
Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.
After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.


During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.


