Hoe Sgt. Kunze het Fort de Douaumont veroverde
Dutch Page - 25 February 2009
Op 25 februari 1916, omstreeks kwart voor vier in de middag, naderen Sergeant Kunze en 9 Pioniers in een strijdroes de noordpunt van het Fort Douaumont. Aan Kunze's rechterkant maakt Frans mitrailleurvuur vanuit het dorp Douaumont de opmars van de rest van het Brandenburger 24ste Infanterie Regiment vooralsnog onmogelijk.
Het Fort Douaumont was op 25 februari 1916 helemaal geen veroveringsdoel voor het Brandenburger 24ste Infanterie Regiment van Generaal von Lochow's 3de Legerkorps. De Brandenburgers hadden die besneeuwde middag moeten stoppen op 750 meter afstand ten noordoosten van het fort om het eventueel aan het 12de Regiment Grenadiers over te laten.
Het fort was buitengewoon slecht bezet met een groep van 56 Territoriale kanonniers onder commando van Sergeant-majoor Chenot. Met uitzondering van de kanonnen in de geschutskoepels waren vrijwel alle kanonnen verwijderd om later in te zetten bij de al geplande Slag aan de Somme, die pas in de zomer van 1916 zou uitbreken.
Kunze's ploegje vervolgt zijn weg naar de noordoostzijde. In het spijlenhek rond het fort vinden zij een bres, veroorzaakt door een granaatinslag. Juist door het hek gekomen, belandt Kunze door een nabije explosie in de gracht rond het fort, een kort ogenblik later gevolgd door zijn ploegje mannen. Het fort ligt nog steeds onder Duits artillerievuur. Op bevel van Kunze vormen de mannen in de gracht gezamenlijk een menselijke piramide. Kunze weet door een onbemand schietgat van een kanon naar binnen te klimmen. Als hij de anderen naar binnen de galerij in wil helpen, gaan er toch nog 7 man vandoor, die een expeditie door het donkere fort niet zien zitten. Kunze blijft slechts met 2 andere naamloze soldaten over. Dwalend door de donkere gangen van het uitgestrekte fort neemt Kunze eerst 4 kanonniers gevangen, waarmee hij het laatste en grootste geschut van het fort (155 mm) uitschakelt. Kunze dwaalt verder en vindt in een gewelfde zaal een groepje van 26 Franse kanonniers(*), die een lezing bijwonen. Door een explosie valt het licht even uit, en Kunze weet van de verwarring gebruik te maken door de toegangsdeur op slot te doen. Deze Fransen zijn nu ook krijgsgevangen. Als Kunze in een gang nog een loslopende Franse soldaat tegenkomt, dwingt hij deze om hem naar de officiersmess te leiden, waar hij uitgebreid gaat zitten voor een maaltijd van brood met gebakken eieren. De soldaat kijkt toe, en Kunze vergeet zijn gevangenen.
Ongeveer een half uur later, terwijl Kunze zit te schransen, is Luitenant Radtke en zijn peloton van de 6de compagnie bezig het fort te naderen. Radtke volgt ruwweg het spoor van Kunze naar binnen, ditmaal gebruikmakend van balken en een stapel puin in de gracht, die een granaatexplosie kort tevoren had veroorzaakt. Radtke weet door te dringen tot de "Rue des Remparts", de belangrijkste verbindingsgang, waar hij nog eens 3 Fransen krijgsgevangen neemt. In een andere gang neemt Radtke nog een groep van vijf gevangen.
Kunze keert nu met zijn laatste gevangene terug naar de kamer van zijn opgesloten gevangenen, die plotseling leeg blijkt te zijn. Ondertussen hebben 4 andere Franse kanonniers het vuren met het tot hun verbazing verlaten 155 mm-geschut weer hervat.
Vijf minuten na Radtke's aankomst in het fort, rukt de 7de compagnie van kapitein von Haupt op naar het fort. Von Haupt laat op de top van het fort nog een artillerievlag zwaaien om de Duitse artillerie te laten stoppen met vuren. Von Haupt weet Kunze's 26 ontsnapte gevangenen weer in te sluiten evenals de Commandant Chenot en de vier kanonniers. Rond half vijf is het fort al eigenlijk gevallen zonder dat er een schot is gelost. Von Haupt organiseert de verdediging van het fort tegen een eventuele Franse tegenaanval.
Dan pas verschijnt de beroemde Eerste Luitenant Cordt von Brandis van de 8ste Compagnie ten tonele. Hij volgt op zijn beurt weer wat later het spoor van Radtke en von Haupt. Von Brandis vindt ook nog eens 26 Territorialen in een kelderverdieping en neemt deze krijgsgevangen. Er zijn nu 90 Duitsers aanwezig in het fort. Even voor 5 uur loopt von Brandis von Haupt tegen het lijf. Alle krijgsgevangenen worden boven een kruitkamer opgesloten.
Von Haupt belast von Brandis met de buitenverdediging van het fort. Von Brandis' eenheden jagen nog even een Franse patrouille na.
Om vijf minuten voor half zes zendt von Haupt von Brandis op weg om rapport over de verovering van het fort uit brengen in het bataljonshoofdkwartier aan Majoor von Klüfer. Von Brandis krijgt toestemming om dit goede nieuws naar het regimentshoofdkwartier te brengen. Daar eist von Brandis nogmaals alle eer voor de overwinning op voor von Haupt en hemzelf.
Slechts von Haupt en von Brandis worden op 14 maart 1916 al voor de verovering van Fort Douaumont onderscheiden met hoogste Duitse onderscheiding, "Pour le Mérite". Radtke, die niet van adel was, moest nog tijden wachten op erkenning en kreeg later op voorspraak van Majoor von Klüfer alsnog een IJzeren Kruis. Sergeant Kunze, die toch het eerst in het fort aanwezig was, heeft nooit een onderscheiding ontvangen. Pas 20 jaar later na een grondig onderzoek van Majoor von Klüfer o.a. in de Reichsarchive en ondanks zijn plichtsverzuim, wordt Kunze uit dank voor zijn verdiensten gepromoveerd van politieagent tot politie-inspecteur. Radtke ontvangt als late erkenning alsnog een gesigneerd portret van de Duitse Kroonprins.
Pierre
(*) Over deze aantallen krijgsgevangenen lopen de bronnen nogal uiteen. Het gaat uiteindelijk om een bezetting van slechts 56 tot 63 Franse officieren en soldaten.
Bron: o.a. maar vooral Alistair Horne's "De Prijs van Eer" uit 1962 (ISBN 90-8549-002-2), vanaf pagina 114 tot en met 130.










