Koet al Amara, Irak - 1917
- by Pierre Grande Guerre
- •
- 28 Apr, 2019
- •
DUTCH Page - Pierre’s Column d.d. 22 februari 2007

Bestaat er toeval? Ik was vandaag ook bezig met Irak, maar dan vandaag precies 90 jaar geleden. Op 22 februari 1917 lanceert Generaal Sir Frederick Maude een belangrijke aanval op Koet Al Amara ten noorden van Basra om de burchtstad te heroveren op de Turken. Zoals u ziet, zijn dit bekende namen uit het nieuws over de huidige oorlog in Irak. Het slagveld van 1916 en 1917 is, historisch gezien, bekend terrein voor het Britse leger.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog heette Irak nog Mesopotamië, naar het Tweestromenland tussen de Eufraat en de Tigris. Het behoorde nog tot de invloedssfeer van het Ottomaanse Rijk. Generaal Maude’s tegenstander bij Koet al Amara in 1917 is dan ook de Turkse Generaal Kara Bekr Bey.
Al in januari 1916 had Generaal Townshend met zijn Britse en Indiase troepen geprobeerd een opmars vanuit Basra naar Bagdad te forceren. Townshend had zijn troepen slechts op twee derde van de normale sterkte. Door een slordige boekhouding was de bevoorrading een puinhoop. Er braken allerlei ziektes uit onder de troepen. Ten zuiden van Bagdad nabij Cestiphon, het huidige Halkt, liep de opmars vast. De Turken en de zware omstandigheden waren te sterk. Townshend trok zich terug naar het zuiden naar de burcht van de stad, Koet al Amara. Na een langdurige belegering moesten Townshend en zijn overgebleven 13.000 mannen zich op 29 april 1916 overgeven aan de Turken onder leiding van Generaal Halil Pasja.
De Turken bouwden tussen mei 1916 en februari 1917 een verdedigingsgordel vanaf de burcht en zijn omgeving tot aan de noordelijker gelegen stad Al Koet.
In januari 1917 had Generaal Maude zich deze keer goed voorbereid. Het moreel van de troepen was strijdlustig; de voorraden waren ruim voldoende. Bovendien hadden de Britten deze keer een overmacht van 4 tegen 1 tegenover het leger van de Turken.
De Turken van Generaal Kara Bekr Bey in de verdedigingsgordel kenden bovendien bevoorradingsproblemen met ammunitie, kleding en voedsel. Generaal Maude begint in januari opnieuw vanuit Basra zijn eigen opmars met Indiase en Britse troepen. Bij zijn opmars gebruikt hij ook 8 kanonneerboten op de rivier de Tigris. Na behoedzaam noordwaarts opgetrokken te zijn, begint Maude succesvol een aanval op de Turkse flanken aan de overkant van de Tigris. Op 22 februari begint de belegering van de burcht van Koet al Amara. Op de 25ste valt de stad in handen van de Britten. Kara Bekr Bey laat de resten van zijn troepen ijlings terugtrekken naar Bagdad. De “Tweede Slag om Koet al Amara” is dan voorbij.
Generaal Maude zou zijn opmars naar Bagdad nog verder vervolgen. Twee weken later neemt hij op 11 maart Bagdad in, waar de verzwakte Turkse troepen die nacht daarvoor al heimelijk waren weggetrokken. Generaal Maude achtervolgt de Turkse troepen noordwaarts. In april nemen de Britten Baquba en Samarra in. In de herfst van 1917 zouden de Britten nog Daur, Tikrit, en Abu Rajash veroveren.
Uiteindelijk zou Mosul pas in november 1918 veroverd worden. Van de 95.000 Britse verliezen tot aan 1918, zijn er 12.807 soldaten dood gegaan aan een ziekte zoals de cholera, waaraan ook Generaal Maude zelf eind 1917 zou bezwijken. Aan de Turkse zijde zeggen de schattingen, waren er in 1918 in Mesopotamië ongeveer 185.000 verliezen.
Pierre

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion
Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.
In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.
Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.
After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.


During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.


