Schroot
- by Pierre Grande Guerre
- •
- 27 May, 2019
- •
DUTCH Page - Column d.d. 29 september 2007

Vrijdagmiddag trof ik bij toeval in het Koffiehuis op het Eiland de Archeoloog. Hij is altijd enthousiast over zijn beroep en hij beschikt over de gave om ook aan mij, de leek, de ingewikkeldste zaken uit te leggen. Hij is geen nerd, maar iemand die met zijn lieslaarzen in de klei staat te passen en te meten op zoek naar overblijfselen van het Pleistoceen.
Terwijl ik luisterde aan de stamtafel naar zijn uiteenzetting over “kloostermoppen” in vroegmiddeleeuwse kastelen -, een op het eerste gezicht saai onderwerp maar zeker niet in dit geval,- bedacht ik me dat ik nu mijn kans moest grijpen om de Archeoloog een prangende vraag te stellen, die al langer door mijn hoofd jaagt.
De “haunting question” gaat over een natuurkundig proces, waardoor explosieven, zoals granaten, metaalresten en lijken na negentig jaar nog omhoog geploegd worden door de boeren langs het 650 kilometerslange Westelijk Front. Een breed lint van Diksmuide in België tot aan de Vogezen in Frankrijk; overal ploegen de boeren elk voorjaar de “bommekes” van 90 jaar oud uit de grond.
Kortom: Waarom komt er elk vroeg voorjaar weer voor duizenden tonnen schroot en springstoffen naar boven in de velden langs het front?
Tijdens een korte pauze in het betoog van de Archeoloog, merkte ik dat hij de vroege middeleeuwen niet diep genoeg in de grond vond zitten voor zijn ware interesse. Ik maakte gebruik van het moment en ik stelde mijn kwellende vraag.
Allereerst begreep de Archeoloog mijn vraag niet. Stel je voor: ik stelde geen vraag over een grondlaag, die tientallen meters diep ligt. Nee, ik vroeg iets over een diepte van slechts 75 centimeter tot 1 meter 50, net onder het ploegoppervlak.
Met een tikkeltje dédain wilde hij eerst mijn vraag afwimpelen: niet diep genoeg natuurlijk. Daar was ik al bang voor. Op mijn toelichting draaide hij echter bij. Hij zag het interessante kennelijk in van mijn vraag.
In vijf zinnen legde hij me uit, hoe het zat met de bevriezing van de toplaag van het aardoppervlak, het doorsijpelen naar beneden, vervolgens de bevriezing van het grondwater waardoor er een vacuüm-achtige zuigwerking en een stuwing omhoog van grondlagen plaatsvindt. Alles wat zich daar in bevindt, wordt mee omhoog gevoerd tot juist onder de ploeglaag of in de ploeglaag; schroot, granaten, lijken, en allerlei klein spul, dat soldaten bij zich plegen te hebben.
Na al die keren door de zuigende modder op die slagvelden gestrompeld te hebben, begreep ik eindelijk hoe dit proces in zijn werk ging. Boeken hadden me het nooit kunnen uitleggen. De Archeoloog wist mij dit proces, op zijn gemak achter zijn Koffie Verkeerd, in vijf simpele zinnen voor mij begrijpelijk uit te leggen. Verlost was ik van mijn kwellende vraag! Ik liet hem merken, dat hij me blij had gemaakt met zijn antwoord. Jammer, dat hij weer weg moest.
Met zo’n vent zou ik wel eens over Pilkem Ridge willen strompelen in de Westvlaamse klei. Want ik heb nog genoeg vragen liggen, die me niet zo najagen, maar daarom niet minder interessant zijn.
Dit was pas de vrijdagmiddag. Misschien begrijpelijk voor u, dat ik aan de rest van het weekend niet meer toe kom in één columnpje?
Pierre

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion
Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.
In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.
Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.
After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.


During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.


