Duitsland's Oudste Oorlogsvrijwilliger

  • by Pierre Grande Guerre
  • 27 Apr, 2019

DUTCH Page - Artikel - september 2012

Inleiding 

Kort geleden vestigde mijn verre correspondentievriend, "retired" Colonel Joe Robinson, mijn aandacht op de bovenstaande foto uit zijn collectie: een sepia-afdruk van een Saksische soldaat, die zo te zien al op ver gevorderde leeftijd is, en zeker ouder is dan de gemiddelde Landsturmmann destijds was. Het bijzondere onderschrift intrigeert natuurlijk: “Feldzug 1914 - Dr. Prof. Gregory, Ritter p.p. ältester Kriegsfreiwilliger”.(1) Op deze foto, gemaakt in 1914, is deze oorlogsvrijwilliger, Prof. Dr. Gregory, al 68 jaar oud.

Een andere internetkennis attendeerde mij op het boek van Karl Josef Friedrich, een innige vriend van Gregory, die in 1920 een lovende biografie over hem heeft geschreven met een zonodig nog meer intrigerende titel: “Volksfreund Gregory, Amerikaner, Pfadfinder, Urchrist, deutscher Kämpfer”.(2)

Alleen deze titel al deed mij afvragen wat deze Oerchristen, een oude man, die van geboorte toch Amerikaan was, heeft bezield om zich vrijwillig te melden bij het Keizerlijke Leger voor actieve dienst aan het front. Om hierover een antwoord te vinden heb ik mij door een taai boek met gotische letters geworsteld van de kritiekloos bewonderende Friedrich.

De Amerikaan 

Wie dienst neemt op zijn 68-ste jaar, heeft natuurlijk een heel leven achter de rug. Het vooroorlogse leven van Professor Gregory is een afwissend leven van een veelzijdig man.

Caspar René Gregory werd geboren op 6 November 1846 in Philadelphia, Pennsylvania. Pennsylvania is een staat, waar destijds vele godsdienstige groepen en sekten zich vestigden, zoals de Quakers. Gregory’s ouders hadden graag gezien, dat hun zoon, Caspar, predikant zou worden. Gregory besluit echter in 1865 theologie te studeren aan de Presbyteriaanse seminaries van de University of Pennsylvania en, in de periode van 1867 tot 1873, aan de Princeton Theological Seminary in New Jersey. 

De Oerchristen 

Op 10 mei 1873 emigreert Gregory naar Duitsland om zijn studies voort te zetten aan de Universiteit van Leipzig onder Constantin von Tischendorf. Na de dood van von Tischendorf in 1874 beheert Gregory zijn wetenschappelijke erfenis en zet zijn werk,  kritisch onderzoek naar de handschriften en de teksten van het Nieuwe Testament,  voort. Vanaf 1876 tot aan 1894 geeft Gregory college en werkt hij aan een boek over von Tischendorf’s studies en zijn eigen studies. In 1894 beloont de Leipziger Theologische Fakultät hem met een eredoctoraat. In zijn leven zal de professor doctor 5 internationale doctoraten verwerven in de filosofie en in de theologie. 

De Volksvriend 

In 1881 “kiest” Professor Dr. Gregory het Saksische staatsburgerschap. Ook al heeft Gregory vanaf 1871 vloeiend Duits gesproken en ook al heeft hij tijdens zijn leven minstens tien wetenschappelijke boeken in het Duits geschreven, toch “heeft hij altijd zijn Amerikaanse tongval behouden”. In de universitaire kringen van Leipzig en daarbuiten verwerft Prof. Dr. Gregory al spoedig naam en faam. Hij staat al gauw bekend als een “ausgesprochener Menschenfreund“.(3) Door zijn deelname aan de Leipziger politiek voor de Sociaal Democraten is de professor ook al “eigendom van het volk” geworden. (4) De professor zal tot aan zijn dood een overtuigde socialist blijven. De populaire professor staat in Leipzig bekend als “een beetje zonderling, een beetje Amerikaans, eindeloos hartelijk, bezorgd, en liefdevol”.

Drieëndertig jaar later zou Gregory over zijn liefde voor Duitsland opmerken: ”Ich war ein fremder Mann, aber Ihr hat mich freundlich zu einem der Eurer gemacht”.(5) 

De Padvinder 

Tijdens zijn jaren aan de Leipziger universiteit maakt de Professor al veel studiereizen. Maar vanaf 1902 start hij aan een  langere reeks verre reizen, die hem brengen naar het Athosgebergte en Macedonië, en het jaar daarop naar St. Petersburg, Moskou en Kiev, waar hij Tolstoi nog heeft gesproken. In 1904 bezoekt hij Parijs, Athene en Londen. In 1905 en 1906 is Gregory voor 16 maanden lang onderweg onder andere “naar Athene, Patmos, Cairo, de Sinaï, Jeruzalem, Smyrna, Constantinopel, Odessa”. In 1911 en 1912 maakt de professor een rondreis door de Verenigde Staten en Canada en houdt daar onderweg gastcolleges aan universiteiten.

De Amerikaans Duitse professor heeft bij het uitbreken van de oorlog niet alleen een godvruchtig leven achter de rug van 41 jaar lang wonen in Duitsland, maar vooral ook een afwisselend en druk leven vol sociale contacten en avontuurlijke reizen.

De originele, "onverknipte" foto van Prof. Dr. Leutnant Gregory
1914 - De Duitse Strijder 

Bij het uitbreken van de oorlog zoekt de 68-jarige professor tien dagen lang koortsachtig en ongeduldig hoe hij op zijn manier kan bijdragen aan de Duitse oorlogsinspanning. Op 11 augustus 1914 treedt Gregory in Leipzig in dienst als “Kriegsfreiwilliger” bij het Saksische “1. Ersatzbataillon des Infanterieregiments 106”.

Na zijn opleiding in Leipzig promoveert Gregory al spoedig tot Gefreiter (Korporaal - 9 oktober 1914) en Unteroffizier (Sergeant - 27 oktober). Tussendoor maakt hij ook nog tijd om telkens op maandag in uniform college te geven.

1915 - Naar het front bij Reims

In 1915 vertrekt de professor naar het front. Op 22 mei 1915 wordt hij toegevoegd aan de staf van de “47. verstärkten Landwehrbrigade”. Hij is eerst gelegerd in Boult ten noorden van Reims, waar hij werkzaam is bij de “Adjuntantur”. Al na twee maanden, op 17 juli 1915, wordt Gregory “op zijn dringende wens” ingezet in de loopgraven bij Reims nabij Fresnes, Witry en Courcy. Maar in hoofdzaak verblijft hij toch in Boult, waar hij voor de “Adjuntantur” zich bezig houdt met de aanleg en onderhoud van begraafplaatsen en het bijhouden van grafregisters. Uit de summiere informatie over zijn snelle bevordering en zijn onderscheidingen blijkt dat Gregory in de loopgraven over een goede vechtlust beschikt. Op 21 juli 1915 wordt Gregory bevorderd to Vizefeldwebel (Stafsergeant). Op 22 September 1915 wordt hij onderscheiden met het IJzeren Kruis tweede klasse.

Op 23 oktober 1915 keert Gregory met tegenzin terug naar Leipzig om daar tijdens de winter een half jaar lang colleges te geven. Bij zijn afscheid van het front, twee dagen daarvoor, wordt de bij soldaten en officieren geliefde Vizefeldwebel nog onderscheiden met de Friedrich-August medaille. Tijdens deze winter in Leipzig vervult hij ook zijn taken bij het Ersatzbataillon, zoals nachtelijke wachtdiensten.

1916 – Opnieuw naar het front

Op 1 maart 1916 keert Vizefeldwebel Gregory weer terug naar het front bij Reims bij het 106de regiment. Bij Fresnes, Brimont en Boult doet hij dienst als Zugführer (pelotonscommandant) in de loopgraven, en houdt hij opnieuw zich bezig met de begraafplaatsen. Op 27 september brengt hij het tot Offizieraspirant. Op 13 oktober wordt hij benoemd tot Grabenverwaltungsoffizier (Gravenadministratie-officier)van de 47. Landwehr Divison met als standplaats Neufchâtel-sur-Aisne ten noorden van Reims, waar hij kantoor houdt in een voormalig café restaurant. Op 16 november 1916 wordt de 70-jarige Grabenverwaltungsoffizier bevorderd tot Leutnant, en krijgt zelfs zijn eigen Gräber-Verwaltungs-Kommando, “Kommando Gregory”.

Overigens is ook deze morbide baan niet altijd veilig. Met enige regelmaat worden de lijkenzoekers en grafgravers van Kommando Gregory bij hun werk beschoten "door de vijand".

Op 27 januari 1917 ontvangt Leutnant Gregory nog een hoge onderscheiding, de Albrechtsorde tweede klasse met zwaarden. (6) Op 22 maart raakt hij ernstig gewond aan zijn linkerknie, die beklemd zat bij het sneuvelen van zijn paard, Nina.

9 april 1917 – Gregory sterft

Gregory's laatste aantekening in zijn dagboek

Terwijl de ongedurige Gregory, nog steeds gewond aan zijn been, het bed moet houden in “zijn” café restaurant, beginnen de Fransen op 29 maart een langdurige reeks hevige artilleriebombardementen, “Trommelfeuer”, op Neufchâtel-sur-Aisne en omgeving.

Enige dagen later, op 9 april 1917, rond half vijf in de middag raakt Gregory zwaar gewond door de inslag van een artilleriegranaat, een voltreffer op zijn kwartier. Daar richt hij ook zijn laatste woorden tot zijn oppasser: “Tilt u mijn spullen wel goed op.”. Korte tijd later verliest hij het bewustzijn, en sterft hij om 8 uur ’s avonds aan zijn verwondingen in een hospitaal in Neufchâtel-sur-Aisne. Op 12 april 1917 vindt zijn militaire begrafenis plaats met 4 kanonschoten op het op de dag daarvoor geopende Lazarettfriedhof in Villers devant le Thours in graf nummer 27. Tegenwoordig echter ligt Gregory een paar kilometer zuidwaarts begraven op de Duitse begraafplaats van Asfeld la Ville in vak 7, graf 88.

Soldatenvriend

Mijn belangrijkste bron, Friedrich, is helaas zuinig met het verstrekken van details van Gregory’s wapenfeiten. De precieze redenen voor zijn onderscheidingen laat hij onbenoemd. Wel is duidelijk dat Gregory de moed had om vaak wacht te houden in de vooruitgeschoven luisterposten. Ook de bekende ontberingen van de loopgraven zoals overtollig water, ratten en luizen beschrijft Gregory in zijn velddagboek.

Zijn vriend Friedrich schrijft wel heel uitgebreid over Gregory’s hartelijke omgang met de stafofficieren van de divisie en de gewone soldaten. Hij was bij jong en oud geliefd, ondanks zijn “vreemde gewoonten” zoals het niet nuttigen van vlees, koffie, thee en alcohol of zoals zijn afkeer voor schuine moppen. Verder schrijft Friedrich uitgebreid over zijn hoge plichtsbesef, over dat geen taak hem te min was, waardoor hij zelfs de simpelste taken niet aan zijn oppasser wilde overlaten, over zijn gedrevenheid en vurige idealisme, waarmee hij zijn (nacht-)diensten in de loopgraven vervulde, over dat hij altijd klaar stond voor een ander, en natuurlijk onvermijdelijk ook over zijn diepe godsvrucht, die hij ook in de loopgraven handhaafde. 

Bezorgdheid bij de Divisieleiding

Voor wie Friedrich goed leest, rijst het beeld dat al die hartelijke Divisie-officieren toch een beetje in hun maag hebben gezeten met deze geestdriftige, maar vooral bejaarde Leutnant. Misschien liep Gregory op een of andere wijze de jongeren in de weg, of misschien wilde men hem liever in leven laten vanwege de propagandawaarde van een vechtende Amerikaanse Duitser? Op die vragen krijg ik geen duidelijk antwoord. Maar een zekere Majoor R. uitte ooit toch zijn bezorgdheid aan Gregory zelf: “Hij hoopt, dat die strapatsen mij niet teveel worden. Ik moet mij zo snel mogelijk bij hem melden, zodra mij iets te zwaar wordt.”

Friedrich citeert Gregory’s velddagboek, overigens zonder vermelding van datum: “Vandaag zei ik tegen de Hauptmann (Kapitein) dat ik met L. op patrouille wilde gaan. Hij zei, dat hij die verantwoording niet op zich kon nemen, omdat de Fransen anders een groot schandaal zouden maken over de inzet van 70-jarige mensen, wanneer zij mij gevangen zouden nemen.”

Dezelfde kapitein stelt hem enige dagen later voor de keus: of hij keert terug als Vizefeldwebel naar de loopgraven of hij wordt bevorderd tot luitenant voor dienst in het Vaderland. Natuurlijk antwoordt de koppige Vizefeldwebel dan: “Voor mij maakt die bevordering niets uit, het gaat mij om de taak, en ik zal naar de loopgraven terugkeren”.

Misschien hoopte de Divisieleiding daarom dat de functie van Grabenverwaltungsoffizier achter de linies hem nog enigszins veilig zou houden? In dat geval zou deze beslissing uiteindelijk een belangrijke medeoorzaak kunnen zijn van Gregory’s dood. 

Gregory’s Motivatie

Op mijn belangrijkste vraag, wat deze oude man heeft bezield om zich vrijwillig te melden bij het Keizerlijke Veldleger voor loopgravendienst aan het front, vind ik wel wat antwoorden. In zijn velddagboek van november 1916 beschrijft Gregory onder de titel, “Waarom ik tot het Duitse leger toegetreden ben en waarom ik daar in blijf”, uitgebreid zijn beweegredenen.

Het was hem niet te doen om een psychologische veldstudie, noch “om te kunnen reizen of plezier te maken, en niet om een uniform te dragen om mijn eerzucht te bevredigen”. Nee, Gregory schrijft: ”Ik ben soldaat geworden, omdat ik dat als mijn plicht beschouw.”

Dan volgt daarna een uitgebreidere beschrijving van zijn beweegredenen, die vooral getuigt van  Gregory’s haat voor Engeland. Als de oorlog beperkt was gebleven tot Rusland en Frankrijk, had hij er helemaal niet aan gedacht om in dienst te gaan. Maar nu Engeland ook bij de oorlog betrokken is, is dat een geheel ander verhaal voor de professor, en hij spuwt veelzeggend zijn gal over Engeland: “Maar toen Engeland erbij kwam -,het machtige Engeland, Engeland, dat meedogenloze land, Engeland dat de Boerenvrouwen en –kinderen uitgemoord heeft,  Engeland, dat al sinds eeuwen wreed tegen Ierland handelt, Engeland, dat India uitgezogen en uitgehongerd laat, - toen Engeland erbij kwam , wist ik dat het om het grote geheel zou gaan.”

Nog even tiert Gregory door over zijn ervaring met de wreedheid van de Britse koloniale soldaten, over zijn ervaring met deze “herkulische Gestalten” die zouden gaan aanvallen, om te eindigen met zijn conclusie om in dienst te gaan, omdat “Iedereen die ook maar een geweer kan dragen, nu mee moet.”.(7)

Maar het geloof was ook hier weer een belangrijke, andere drijfveer: “ De liefdevolle barmhartigheid van God” en “Alleen zijn christelijke naastenliefde trok hem naar het veld.” 

Dat zijn oude vaderland de Verenigde Staten deel ging nemen aan de oorlog, betreurde Gregory uiteraard, maar na zijn verblijf van 41 jaar in Duitsland “voelde hij zich door en door Duitser en dacht ook politiek geheel Duits. (…) Hij was een Duitser.”

Als hij op 6 februari 1917 hoort dat de “bespottelijke Wilson” de diplomatieke betrekkingen met Duitsland heeft verbroken, is hij boos, maar niet verbaasd. Bijna een jaar daarvoor, op 5 april 1916, tekent Gregory in zijn dagboek een schets, welke Amerika moet voorstellen. Hij tekent geen vredesduif, maar een “Aasgier”. Daaronder schrijft hij onder andere: “Amerika heeft alleen maar verstand van succes. Geen andere redenen kunnen daar het web van leugens verscheuren. We moeten onze vijand met beide schouders op de aardbodem vasthouden en hem vragen: Nu moet jij eens goed luisteren. Zo zit de zaak in elkaar.” (8)

Slot

De reden waarom Leutnant Gregory nu precies zo’n persoonlijke haat voor Engeland koesterde, een reden, die zijn bijtende felheid kan verklaren, is mij niet geheel duidelijk geworden. Zonder te willen psychologiseren of te willen speculeren liggen die beweegreden toch vermoedelijk ook verder terug, zoals wellicht bij zijn afkomst oorspronkelijk uit een Franse familie (Grégoire) van Santo Domingo, waarvan een nazaat, zijn vader, verhuisde naar Pennsylvania, waar in die tijd nog een anti-koloniale,  dus anti-Britse, houding bloeide. Uiteraard zullen het nieuws in de Duitse pers tijdens zijn leven over de imperialistische oorlogen, zijn reizen, en zijn persoonlijke ervaringen, ook van invloed zijn geweest op de vorming van zijn wereldbeeld en zijn haat voor Engeland. 

Niettemin weten wij nu dankzij Col. Joe’s foto en Friedrich’s taaie boek dat Prof. Dr. Caspar René Gregory niet zomaar een onnozele, wereldvreemde oorlogsvrijwilliger was, maar een hyperactieve, intelligente, zelfbewuste man van de wereld. Duitslands oudste Kriegsfreiwilliger was dus een complexe man met een opmerkelijk wereldbeeld en met wellicht nog veel meer kwaliteiten dan alleen maar “Volksfreund, Amerikaner, Pfadfinder, Urchrist, deutscher Kämpfer”. 

Pierre 

Voetnoten:

(1) Vrij te downloaden op internet in pdf-formaat; Zie bronnen.

(2) “Veldtocht 1914 - Prof. Dr. Gregory, Ridder (onderscheiden al in 1908), oudste oorlogsvrijwilliger”.

(3) “Een uitgesproken mensenvriend”.

(4) Zijn kritiekloze vriend, de biograaf Friedrich, is niet duidelijk over de datum van de toetreding van Gregory in de Leipziger Politiek. Hij schrijft over het laatste slechts: “Tussen alle wetenschappelijke arbeid door …”.

(5) “Ik was een vreemde man, maar U heeft mij vriendelijk tot een van de Uwen gemaakt.”

(6) In 1908 had Gregory al de Albrechtsorde Eerste klasse al ontvangen voor zijn wetenschappelijke verdiensten.

(7) Uiteraard bezaten deze woorden van een Amerikaans Duitse Christen soldaat hoge propagandawaarde. Daarom besloot de “Algemeinen Evangelisch-Lutherischen Kirchenzeitung” op 15 december 1916 om Gregory’s uitgebreide motivatie eerst in hun krant te zetten en later ook als vlugschrift te verspreiden.

(8) Toch opmerkelijk: Gregory had in 1917 nog altijd een zoon en dochter, en andere familieleden in de Verenigde Staten wonen. 

Bronnen, o.a.: 

-   Karl Josef Friedrich: “Volksfreund Gregory, Amerikaner, Pfadfinder, Urchrist, deutscher Kämpfer – Mit Bildern von Ernst Müller-Gräfe und unter Benutzing der Feldtagebücher Gregorys”, 1920, tweede druk. Vrij te downloaden op internet in pdf-formaat, klik HIER.

-   Mijn Amerikaanse correspondentievriend, de auteur vam "Handbook to Imperial Germany", Retired Colonel Joe Robinson, die mij met zijn periodefoto inspireerde voor dit artikel. Het was ook Joe, die mij aanmoedigde dit artikel te schrijven, ook al is het voor hem helaas dan in het Nederlands. Joe is zo vriendelijk om mij deze foto met u te laten delen, waarvoor ik hem uiteraard zeer erkentelijk ben. Thanks a lot, Joe!

-   Lemma’s in Engelse en Duitse Wikipedia.

by Pierre Grande Guerre 29 November 2019
by Pierre Grande Guerre 14 November 2019

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion

Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.

In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog  is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.  

Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

by Pierre Grande Guerre 1 October 2019

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.

After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.

by Pierre Grande Guerre 18 September 2019
Though we depart from Badonviller in the Northern Vosges , we make a jump northward to the east of Lunéville and Manonviller. We start at Avricourt on the border of Alsace and Lorraine. From the Avricourt Deutscher Soldatenfriedhof we explore the southern Lorraine battlefields ; the mine craters of Leintrey , the Franco- German war cemetery and Côte 303 at Reillon , and some German bunkers near Gondrexon , Montreux , and Parux.
by Pierre Grande Guerre 13 September 2019
We depart from Raon-l’Etape to drive northward via Badonviller to Montreux to visit the  "Circuit du Front Allemand 14-18", the  Montreux German Front Walk 14-18,  with its trenches , breastworks , and at least twenty bunkers.
by Pierre Grande Guerre 8 September 2019
North-east of Nancy, east of Pont-à-Mousson, and south-east of Metz we visit the battlefields of the Battle of Morhange of 14 until 20 August 1914. We follow mainly topographically the route of the French advance eastward over the Franco-German border of 1871-1918.
During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.
by Pierre Grande Guerre 5 September 2019
South of Manhoué we start this trip at Lanfroicourt along the French side of the Franco-German 1871-1918 border, marked by the meandering Seille river. We visit some French bunkers  in Lanfroicourt, near Array-et-Han and in Moivrons. From there we go northward to the outskirts of Nomeny and the hamlet of Brionne to visit the ( second ) memorial, commemorating the events in Nomeny of 20 August 1914. We continue westward to finish at the Monument du Grand Couronné at the Côte de Géneviève, a former French artillery base, which offers several panoramic views over the battlefield.
by Pierre Grande Guerre 28 August 2019
North of Pont-à-Mousson and south of Metz, we explore the relics of German bunkers and fortifications along the Franco-German 1871-1918 border. We start at Bouxières-sous-Froidmont to visit the nearby height of the Froidmont on the front line. This time we will show only a part of the Froidmont, focusing on its military significance.  From the Froidmont we continue via Longeville-lès-Cheminot and Sillegny to the “Forêt Domaniale de Sillegny” to explore some artillery ammunition bunkers. Next we continue to Marieulles for its three interesting bunkers and to Vezon for its line of ammunition depot bunkers. From Vezon we continue to the “Deutscher Kriegsgräberstätte Fey – Buch”. From Fey we go eastward, passing 6 bunkers near Coin-lès-Cuvry to finish our trip at the top construction of the “Feste Wagner” or “Fort Verny”, north of Verny.
by Pierre Grande Guerre 25 August 2019

From Badonviller or the Col du Donon we continue north-eastward for a visit to an extraordinarily well restored sample of German fortifications:  the Feste Kaiser Wilhelm II, or Fort de Mutzig,  lying on a height, some 8 km. away from the 1871-1918 Franco-German Border.

by Pierre Grande Guerre 23 August 2019
We concentrate on the German side of the front around "Markirch", Sainte Marie-aux-Mines, the so-called "Leber" front sector . We first pay a visit to the Sainte-Marie-aux-Mines Deutscher Soldatenfriedhof, and next to the southern side of the Col de Ste. Marie for the many interesting bunkers of the German positions at the Bernhardstein, at the north-eastern slopes of the Tête du Violu. On the next photo page about the Haut de Faîte we will continue with a visit to the northern side of the pass and the "Leber" sector.
More posts
Share by: