Namibië - Etnische Zuivering - 1904-1908

  • by Pierre Grande Guerre
  • 16 Apr, 2019

DUTCH Page - Artikel d.d. 24-09-2010

Inleiding 

In 2004 zag ik op televisie een indrukwekkende BBC-documentaire, “Namibia and the Second Reich”. (1) Kort geleden ontving ik een email van een verre pennenvriend, die mij verzocht een en ander uit te leggen over de Duitse poging tot uitroeiing van de Namibische Herero- en Nama-volken tijdens de jaren 1903-1908. Het verhaal van deze etnische zuivering leert dat de rassentheorieën van de latere Nazi’s veel eerder en dieper geworteld liggen in de Duitse en Europese geschiedenis, dan wij vaak denken. Omdat het internationaal Imperialisme en de koloniale verdeling van Afrika een van de vele oorzaken van de Grote Oorlog is geweest, en omdat deze bijna vergeten geschiedenis zich afspeelt slechts enkele jaren voor het uitbreken van de oorlog, besloot ik om mijn beknopte beschrijving der gebeurtenissen voor mijn vriend hier ook met mijn lezers te delen. 

“Waar zijn die Herero vandaag?”

“De Nama die ervoor kiest zich niet over te geven, en die zich nog laat zien in het Duitse gebied, zal worden neergeschoten, totdat allen zijn uitgeroeid. Degenen die aan het begin van de opstand moorden heeft begaan tegen blanken, of die heeft bevolen dat blanken moesten worden vermoord, verspeelt, door de wet, zijn leven. Evenzo, voor de weinigen die niet overwonnen zijn, zal het met hen vergaan, zoals het met de Herero is vergaan, die, in hun blindheid, ook geloofden dat zij een succesvolle oorlog konden voeren tegen de machtige Duitse keizer en het grote Duitse volk. Ik vraag u, waar zijn die Herero vandaag?”

Deze bedreiging maakt deel uit van een oproep, die Generalleutnant Lothar Von Trotha op 22 april 1905 schreef aan het Hendrik Witbooi’s Nama-volk om hen te overtuigen zich over te geven. Het Nama-volk zal het noodlot delen van de Namibische Herero; de eerste georganiseerde genocide van de twintigste eeuw. 

Koloniaal Afrika

De Genocide in Namibië speelt zich af 10 jaar voor het uitbreken van de Grote Oorlog. Maar in het continent Afrika zijn al vanaf 1898 de eerste barsten in de gewapende vrede te zien door het weerbarstige proces van de verdeling van de koloniale gebieden, de Race om Afrika. De Fransen en de Britten raken in 1898 bijna in een oorlog verzeild bij Fashoda in Soedan, waar hun koloniserende troepen elkaar vijandig treffen bij het later genoemde “Fashoda Incident”.

Op 31 maart 1905 bezoekt Kaiser Wilhelm Tanger en roept daar de Marokkanen op zich te ontdoen van de Fransen, en veroorzaakt daarmee de Tanger Crisis. Wilhelm geeft met zijn gestook gestalte aan zijn “Weltpolitik”, die er onder andere op gericht was om Duitsland’s koloniale achterstand t.o.v. Frankrijk en het Britse rijk verder in te lopen en om “Lebensraum” voor Duitse kolonisten te scheppen. In dat licht mogen wij nu achteraf concluderen, dat de messen al werden geslepen in Afrika, alvorens er later mee gevochten zou worden in Europa en elders in de wereld. 

Schutzgebiet Deutsch-Südwestafrika

In 1884, tijdens de Berlijn Conferentie over de koloniale verdeling van Afrika kreeg Duitsland naast Duits Oost Afrika, het huidige Tanzania, Burundi, Rwanda, en Togo, ook het protectoraat over Duits Zuidwest Afrika, nu Namibië, eigenlijk slechts omdat de andere kolonisatoren er geen interesse voor hadden.

Als gouverneur van het “Schutzgebiet Deutsch-Südwestafrika” stelt de Duitse regering Ernst Heinrich Göring aan, de vader van de later zo beruchte Reichsmarschall Hermann. Gedurende 10 jaar, en zeker tot Göring’s vertrek, nemen de Duitsers de landbouwgronden in beslag, stelen het vee, geven alles weg aan de Duitse kolonisten, en verdrijven de Herero en de Namaqua van hun gronden. Veel mensen worden gedwongen te werken als slaven. Uit minachting voor de “Hottentotten" plegen de kolonisten en de Duitse soldaten voortdurend en ongestraft misdaden als mishandeling, verkrachting, en moord. 

Major Theodor Leutwein

In 1894 volgt Major Theodor Leutwein op zijn beurt zijn voorganger, Major Curt von François, op. Leutwein weet met steun van “Kaiserliche Schutztruppe”, maar ook met een vorm van onderhandelen, een wortel-en-stok-aanpak met militaire druk, het gebied te “pacificeren”. (2)

In 1903 komen de Namaqua onder leiding van Hendrik Witbooi in opstand tegen de wrede, Duitse overheersing, waarbij zij tijdens hun guerrillaoorlog tientallen Duitse kolonisten doodden. Dit vormt het begin van de “Hottentottenkriege”.

In januari 1904 voegen Herero onder hun leider, Samuel Maharero, zich bij deze Nama-opstandelingen. De Herero hadden al een kwart van hun grondgebied moeten verlaten. De Duitse aanleg van een spoorlijn landinwaarts verhevigde hun angst voor nog meer verlies van grond aan de Duitse kolonisten. Een andere oorzaak voor de opstanden was een acute, strenge schuldsaneringsmaatregel, die Leutwein oplegde aan de oorspronkelijke bevolking, die massaal bij de Duitsers tegen woekerrentes leningen hadden afgesloten. 

Lothar von Trotha

In Berlijn en in Windhoek vindt men na vijf maanden opstand, die nog steeds niet is onderdrukt, Leutwein’s wortel-en-stok-methode en zijn onderhandelingen met Witbooi en Maharero veel te soft. Kaiser Wilhelm besluit om Generalleutnant, Lothar von Trotha, te sturen naar het “Schutzgebiet” om de opstand definitief te onderdrukken. De opstand vormt voor Berlijn tevens een goede reden om via een rassenoorlog Zuid West Afrika geheel Duits te maken. Von Trotha, een echte ijzervreter met gevechtservaring tijdens de Chinese Boxeropstand, arriveert zes maanden na het uitbreken van de opstand, op 11 juni 1904, met in zijn kielzog 14.000 man verse “Kaiserliche Schutztruppe”. Een van von Trotha’s officieren is Paul Emil Von Lettow-Vorbeck, die in 1904 en 1905 dient als “Adjutant” onder de chef van de Generale Staf, Martin Chalet de Beaulieu. Von Lettow_Vorbeck is als compagniesaanvoerder actief betrokken bij de onderdrukking van de opstand van de Herero en de Namaqua. Later, tijdens de Grote Oorlog, zou Von Lettow-Vorbeck, dan Generalmajor,  de Britten vier jaar lang intensief bezig houden met een kat-en-muisspel, en zich als laatste van allemaal overgeven bij het Tangajika-meer.

Von Trotha heeft maar één opdracht: niet meer onderhandelen, maar de opstandelingen en de gehele, oorspronkelijke bevolking vernietigen; etnische zuivering. 

De Slag om Waterberg

Pas een maand later na zijn aankomst, op 11 en 12 augustus, vernietigt von Trotha tijdens de Slag om Waterberg, met slechts 1.600 man, gewapend met 1.625 moderne geweren, 14 machinegeweren, en 30 kanonnen, Maharero’s eenvoudig bewapende strijdmacht van 3.000 tot 5.000 Hererostrijders. De Herero hebben zich daar begin augustus al verzameld, nog hopend op onderhandelingen met de Duitsers, echter niet beseffend, dat Von Trotha helemaal niet wil onderhandelen.

Von Trotha slaagt bij Waterberg er echter niet in om de Herero geheel te omsingelen en af te snijden.

Maharero vlucht met 1.000 man naar het oosten, naar de Omaheke-woestijn en begint van daaruit een guerrilla. Von Trotha volgt hen overal achterna. Hij laat onderweg de waterbronnen vergiftigen, en tal van massaslachtingen aanrichten op de bevolking binnen zijn “Schutzgebiet”. De rest van de bevolking verhongert. 

Vernichtungsbefehl

Op 2 oktober, stuurt von Trotha een “Vernichtungsbefehl”, een vernietigingsbevel, rond, dat eigenlijk meer een ultimatum is aan de guerrilla-voerende Herero:

“Ik, de grote Generaal van de Duitse troepen, stuur deze brief aan de Herero mensen. (...) Alle Herero moeten dit land verlaten.(…) Elke Herero, die binnen de Duitse grenzen met of zonder geweer, met of zonder vee, gevonden wordt, zal worden doodgeschoten. Ik zal niet langer alle vrouwen of kinderen sparen; Ik zal ze terugdrijven naar hun volk of op ze laten schieten. Dit is mijn beslissing voor de Herero mensen.

De grote Generaal van de machtige Keizer.”

Omdat hij niet in staat is om bij Waterberg een afdoende overwinning te behalen, beveelt von Trotha gevangen Herero-mannen te executeren, en vrouwen en kinderen de Omaheke-woestijn in te jagen. Deze “Hottentottenkriege” tegen de Namibische guerrillero’s en hun gezinnen, maar ook tegen het passieve deel van de bevolking, zullen tot 1908 voortduren.

In Duitsland, maar ook elders in de wereld, gaan er protesten op tegen von Trotha’s bloedige pacificatie. Duitsland verdedigt haar wrede optreden door te stellen dat de Conventies van Genève van 1882 helemaal niet gelden voor de Herero, omdat de Herero geen echte mensen zijn, maar slechts "Untermenschen". 

Concentratiekampen

Aan het einde van 1904 begint von Trotha in het protectoraat vijf concentratiekampen in te richten, o.a. bij Windhoek, Swakopmund, en Lüderitz. Overlevenden van de verdrijvingen, krijgsgevangenen, maar voor het merendeel vrouwen en kinderen, zetten de Duitsers in deze kampen gevangen. Meer dan tienduizend Namaqua, die tijdens die schermutselingen met de Duitsers al 9.000 man hebben verloren, komen terecht in deze kampen. Tienduizenden Herero gevangenen delen hun lot in de kampen.

Na de dood van Hendrik Witbooi op 29 oktober 1905 bij de Slag om Vaalgras in het zuidoostelijke Karas-gebergte, houdt von Trotha, die zelfs onder de Windhoek-Duitsers niet meer populair is, het wel voor gezien, en vraagt om overplaatsing. De Kaiser haalt in december 1905, mede onder druk van de ophef in de publieke opinie, von Trotha terug naar Berlijn. Ondanks zijn hoge onderscheiding met “Pour le Merite” valt von Trotha, als zondebok voor de uitvoering van zijn bevel, toch in ongenade. 

Friedrich von Lindequist

Von Trotha’s opvolger, Kolonialbeamter Friedrich von Lindequist, zet eind 1905 zijn aanpak voort, en breidt, tot aan zijn vertrek in 1908, het aantal kampen uit naar minstens tien. Elke Herero en elke Nama, die de Duitsers maar te pakken kunnen krijgen, wordt opgesloten. Elke gevangene krijgt een kampnummer. De Duitsers houden een nauwkeurige administratie bij, zoals van wie er overleden is, en onder welke omstandigheden: gestorven in het kamp door ziekte, of als gevolg van de zware dwangarbeid. Duitse kolonistenondernemingen kunnen deze geketende slaven met een hondenpenning goedkoop inhuren voor slechts 10 Mark per maand. Grote bedrijven hebben op hun terrein hun eigen concentratiekamp voor hun slaven. Dat de slaven tijdens hun werk doodgaan vormt geen probleem, zolang het nummer maar netjes wordt gemeld aan de nauwgezette administratie van de autoriteiten. Meest voorkomende doodsoorzaak in het 14 delen dikke dossier is: “Dood door uitputting”. 

Kampomstandigheden

Het kamp nabij Windhoek is deels omheind met doornstruiken en met prikkeldraad. Het krappe kamp is zwaar overbevolkt. Alleen al in het jaar 1906 bevolken 5.000 gevangenen het Windhoek-kamp. De gevangenen moeten zware dwangarbeid verrichten, zoals werken aan de spoorbaan landinwaarts. Rantsoenen zijn minimaal, bestaande uit een handvol ongekookte rijst per dag met wat zout en water. Rijst is een onbekend levensmiddel voor de Herero en Namaqua. Deze onvoldoende en onbekende voeding draagt bij tot een hoog sterftecijfer. Allerlei ziekten teisteren de kampen. Geen medische hulp, onhygiënische woonruimten van geimproviseerde tentjes, gebrek aan kleding, en een hoge concentratie van mensen op een klein terrein, verspreiden snel besmettelijke ziekten als tyfus. Mishandeling en misbruik zijn ook een onderdeel van het alledaagse leven in de kampen. De Duitsers gebruiken gretig en vaak de zweep om de gevangenen te slaan. 

Bij Lüderitz, een kuststadje in Zuid Namibië, zijn er verscheidene kampen, zoals een ten behoeve van de aanleg van een spoorbaan van de Baai van Lüderitz naar Keetmanshoop. In 1906 meldt de Lenz & Co Geselschaft, dat, na zes maanden werk, 67,48% (1.359) van de 2.014 slaven van hun kamp de dood hebben gevonden tijdens de dwangarbeid.
Een ander kamp voor de kust van Lüderitz, Haifischinsel of Shark Island, kent al zijn eigen “Engel des Doods”, de kampcommandant Major Ludwig von Estorff.
Om hun rassentheorieën te ondersteunen fotograferen “wetenschappers” vele gevangenen. Zij meten hun lichamen nauwkeurig op, administreren de zaak nauwgezet, en laten hen daarna onthoofden. Zeven-honderd-acht-en-zeventig geconserveerde hoofden worden voor nader rassenonderzoek per schip verstuurd naar Dr. Eugen Fischer, die later de eerste directeur zou worden van de afdeling Antropologie van het het Kaiser Wilhelm Institut te Berlijn. (3)

Soldaten hakken ook voor hun eigen gewin hoofden van de slaven af, drogen de schedels, en versturen ze naar huis als lucratief exportproduct. De rompen van de slaven en andere lijken worden in de Baai van Lüderitz gestort. 

Slachtoffers van de Genocide

In 1908 is de opstand de kop ingedrukt en von Lindequist sluit de concentratiekampen.

Volgens een rapport van de Verenigde Naties uit 1985, het “Whitaker Report”,  was in 1908 naar schatting 80% van de gehele Herero bevolking van oorspronkelijk 80.000 mensen vernietigd en 50% van de 20.000 Namaqua. Anderen schatten de genocide milder in; op 24.000 tot 40.000 doden. 

Persoonlijk Slot 

Bij mijn weten is er geen monument om het lot van de Namaqua en de Herero te gedenken. Door dit sombere verhaal is wel duidelijk dat een geplande, grondig georganiseerde, systematische, vernietiging van een volk geen "uitvinding" is van de latere Nazi Duitsers. De Duitsers hebben in 1904 al zelf hun precedent geschapen in hun zoektocht naar “Lebensraum”, in opdracht van de “Oberste Heeres Leitung” en de Kaiser zelve; uitroeiing, ook door vernietigingskampen. Vernietigingskampen, die misschien toen nog niet zo massaal en zo cynisch perfect werkten, als de latere kampen van de Oostenrijkse korporaal en zijn misdadige trawanten, maar die toch staan voor de Duitse mentaliteit van destijds, van minachting van de “Deutsche Űbermensch” voor welk ander volk dan ook. Zo las ik dit jaar op een Duitse bunker uit de Grote Oorlog nog deze veelzeggende inscriptie uit 1916: “Wir Deutschen furchten Gott sonst Nichts in der Welt”. De Oostenrijkse korporaal heeft later sluw gebruik gemaakt van die mentaliteit. 

Honderd jaar later pas, in 2004, heeft de Duitse Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Heidemarie Wieczorek-Zeul, namens de regering verontschuldigingen gemaakt en spijt betuigd aan Namibië. Gelukkig maar, naast andere, Europese volken met een duister koloniaal verleden, bestaat het Duitse volk van tegenwoordig nu ook uit beschaafde “Menschen”.

 Pierre 

(1) Bronnen: “Namibia - Genocide and the Second Reich”, BBC-documentaire uit 2004, o.a. met medewerking van de Leidse onderzoeker, Jan-Bart Gewald. Tijdsduur ongeveer een uur, ook in delen te bekijken via YoutubeDeel 1 , Deel 2 , Deel 3 , Deel 4 , Deel 5 , Deel 6, Deel 7 , Deel 8, Deel 9.

Diverse Wikipedia lemma’s, zie de links in de tekst.

(2) Julius Caesar’s cynische eufemisme voor gewelddadig veroveren en bezetten.

(3) Dr. Mengele, die andere, latere, Engel des Doods, was een leerling van Dr. Fischer.

by Pierre Grande Guerre 29 November 2019
by Pierre Grande Guerre 14 November 2019

Inleiding: Franz Von Papen & Werner Horn; schaker en pion

Onlangs stuitte ik in een oud boek (1) van 1919 op een opmerkelijk verhaal over een Duitse Luitenant, die in begin februari 1915 een half geslaagde bomaanslag pleegt op een spoorbrug over een grensrivier tussen de Verenigde Staten en Canada. Ook al staat de bekentenis van de dader, Werner Horn, deels in het boek te lezen, de naam van zijn opdrachtgever zal Horn blijven verzwijgen. Na wat verder zoeken vond ik ook de naam van Horn’s opdrachtgever, Franz von Papen, een van de aangeklaagden van het latere Neurenberg Proces in 1946.

In een Grote Oorlog als de Eerste Wereldoorlog  is Horn’s aanslag op de brug uiteraard slechts een bescheiden wapenfeit. Toch vermoed ik dat dit relatief onbekende verhaal, dat de geschiedenis is ingegaan als de “ Vanceboro International Bridge Bombing ”, nog interessante kanten kent. Het is onder andere een spionageverhaal over hoe in een groter plan een sluwe schaker zijn naïeve pion offert.  

Beknopte situatieschets Canada en de Verenigde Staten in 1915

by Pierre Grande Guerre 1 October 2019

This trip we start at the Léomont near Vitrimont and we will with some exceptions concentrate on the Battle of Lorraine of August-September 1914 in the area, called, the “Trouée de Charmes”, the Gap of Charmes.

After the Léomont battlefield we continue our explorations to Friscati hill and its Nécropole Nationale. Next we pay a visit to the battlefield of la Tombe to go on to the Château de Lunéville. There we cross the Vezouze to move on southward to the Bayon Nécropole Nationale. At Bayon we cross the Moselle to pass Charmes for the panorama over the battlefield from the Haut du Mont. North-west of Charmes we will visit the British Military Cemetery containing 1918 war victims. From Charmes we go northward to the battlefield of the First French Victory of the Great War, the Battle of Rozelieures of 25 August 1914. North of Rozelieures we will visit the village of Gerbéviller. From there we make a jump northward to visit the ruins of Fort de Manonviller to finish with an interesting French Dressing Station bunker, west of Domjevin.

by Pierre Grande Guerre 18 September 2019
Though we depart from Badonviller in the Northern Vosges , we make a jump northward to the east of Lunéville and Manonviller. We start at Avricourt on the border of Alsace and Lorraine. From the Avricourt Deutscher Soldatenfriedhof we explore the southern Lorraine battlefields ; the mine craters of Leintrey , the Franco- German war cemetery and Côte 303 at Reillon , and some German bunkers near Gondrexon , Montreux , and Parux.
by Pierre Grande Guerre 13 September 2019
We depart from Raon-l’Etape to drive northward via Badonviller to Montreux to visit the  "Circuit du Front Allemand 14-18", the  Montreux German Front Walk 14-18,  with its trenches , breastworks , and at least twenty bunkers.
by Pierre Grande Guerre 8 September 2019
North-east of Nancy, east of Pont-à-Mousson, and south-east of Metz we visit the battlefields of the Battle of Morhange of 14 until 20 August 1914. We follow mainly topographically the route of the French advance eastward over the Franco-German border of 1871-1918.
During this visit, we try to focus on the day that the momentum of the battle switched from the French side to the advantage of the Bavarian side: the day of 20 August 1914, when the Bavarians rapidly re-conquered the territory around Morhange , being also the day of the start of their rather successful “Schlacht in Lothringen”.
We will visit beautiful landscapes of the "Parc Naturel Régional de Lorraine", memorials, ossuaries, and cemeteries. Sometimes we will divert to other periods of the Great War, honouring Russian and Romanian soldiers, who died in this sector. We start our route at the border village of Manhoué, and via Frémery, Oron, Chicourt, Morhange, Riche, Conthil, Lidrezing, Dieuze, Vergaville, Bidestroff, Cutting, Bisping we will finish in Nomeny and Mailly-sur-Seille, where the Germans halted their advance on 20 August 1914, and where they constructed from 1915 some interesting bunkers.
by Pierre Grande Guerre 5 September 2019
South of Manhoué we start this trip at Lanfroicourt along the French side of the Franco-German 1871-1918 border, marked by the meandering Seille river. We visit some French bunkers  in Lanfroicourt, near Array-et-Han and in Moivrons. From there we go northward to the outskirts of Nomeny and the hamlet of Brionne to visit the ( second ) memorial, commemorating the events in Nomeny of 20 August 1914. We continue westward to finish at the Monument du Grand Couronné at the Côte de Géneviève, a former French artillery base, which offers several panoramic views over the battlefield.
by Pierre Grande Guerre 28 August 2019
North of Pont-à-Mousson and south of Metz, we explore the relics of German bunkers and fortifications along the Franco-German 1871-1918 border. We start at Bouxières-sous-Froidmont to visit the nearby height of the Froidmont on the front line. This time we will show only a part of the Froidmont, focusing on its military significance.  From the Froidmont we continue via Longeville-lès-Cheminot and Sillegny to the “Forêt Domaniale de Sillegny” to explore some artillery ammunition bunkers. Next we continue to Marieulles for its three interesting bunkers and to Vezon for its line of ammunition depot bunkers. From Vezon we continue to the “Deutscher Kriegsgräberstätte Fey – Buch”. From Fey we go eastward, passing 6 bunkers near Coin-lès-Cuvry to finish our trip at the top construction of the “Feste Wagner” or “Fort Verny”, north of Verny.
by Pierre Grande Guerre 25 August 2019

From Badonviller or the Col du Donon we continue north-eastward for a visit to an extraordinarily well restored sample of German fortifications:  the Feste Kaiser Wilhelm II, or Fort de Mutzig,  lying on a height, some 8 km. away from the 1871-1918 Franco-German Border.

by Pierre Grande Guerre 23 August 2019
We concentrate on the German side of the front around "Markirch", Sainte Marie-aux-Mines, the so-called "Leber" front sector . We first pay a visit to the Sainte-Marie-aux-Mines Deutscher Soldatenfriedhof, and next to the southern side of the Col de Ste. Marie for the many interesting bunkers of the German positions at the Bernhardstein, at the north-eastern slopes of the Tête du Violu. On the next photo page about the Haut de Faîte we will continue with a visit to the northern side of the pass and the "Leber" sector.
More posts
Share by: